Gewoon

Wat is gewoon? Wie heeft dáár de definitie van? Niemand. Alles wordt beoordeeld of veroordeeld vanuit je eigen kijk op de wereld, jóuw ervaringswereld, jóuw normen en waarden.

Sinds Jeroen’s overlijden is mijn wereld niet meer hetzelfde. Een dagelijks gevoel van “ik ben anders, want ik ben weduwe”. In mijn binnenste is een gat geslagen. Er is fundamenteel iets veranderd in mijn kijk op het leven. Het Leven. Waar ik voorheen veel dingen als annoying ervaarde, voel ik nu vaak: lekker belangrijk. Lek-ker-be-lang-rijk.

De eerste maanden was dat het ergst. Terwijl ik wist (en weet): ik moet de dingen niet bagataliseren. Iedereen in zijn leven heeft zijn eigen waarheid. Maar veel van die waarheden van anderen werden voor mij “lekker belangrijk”. Want ik ben mijn man verloren. Hoezo heb je pijn in je kleine teen? Hoezo vind je het belachelijk dat je 10 euro moet betalen voor een kermisattractie? Hoezo irriteert het je dat de winkelbediende je zegt dat de aanbieding waarvoor je komt niet vandaag, maar pas morgen in gaat? Echt: lekker belangrijk.

Voordringers in de winkel: ik laat ze gaan. Niet omdat ik het fijn vind om over me heen te laten lopen of de confrontatie niet aan durf, maar omdat ik het lek-ker-be-lang-rijk vind. Ik ben mijn man verloren.

Ik ging van 90 km per uur naar 180. Het leven is kort! Volg je hart! Realiseer je dromen! Maak keuze en DOE! Er wordt zooo veel gepraat over dingen willen. Maar dan… Niet lullen, maar DOEN! Ik ben de eerste maanden enorm ongeduldig geweest naar mensen toe. Irriteerde me aan de traagheid van beslissingen nemen. Projectie van mijn ervaring: de dood van Jeroen. Live! Laugh! Love! Geen gedraaikont, maar DOEN!

Het eerste half jaar na Jeroen’s overlijden dacht ik wanneer ik naar buiten ging of in gezelschap van mensen was: zien jullie niet dat ik weduwe ben? Staat dat niet met grote letter op m’n voorhoofd geschreven? Ik bén anders dan jullie. Tenminste, dat dacht en denk ik. Want wie weet liepen er tussen die mensen ook mannen en/of vrouwen die hun partner waren verloren. Van de buitenkant zie je niet in welke situatie iemand zit. Ik wilde dat iedereen het van  m’n voorhoofd af kon lezen. Kijk nou: ik BEN anders. Waarom hebben jullie het zo leuk, genieten jullie en is er niets aan de hand? Waarom doen jullie gewoon? Het leven IS niet gewoon. Want ik ben mijn man verloren.

Wil ik dan dat iedereen weet dat ik weduwe ben? Wil ik die aandacht? Dat is het niet zozeer. Maar het is een té groot onderdeel voor mij om het er níet over te hebben. Want het feit dát ik weduwe ben, heeft een verandering  bij me te weeg gebracht. Die invloed heeft in het contact met mensen. Nee, ik wil geen “wat heb ik medelijden met jou”, vooral niet. Blegh. Maar wel (eventueel) begrip voor hoe ik acteer en waar dingen bij me vandaan komen. Waarom ik zeg wat ik zeg. En doe zoals ik doe.  Nee, mijn weduwe-zijn is niet een vrijbrief om lop en bot te doen, omdat ik door het proces van verlies dingen geleerd heb. Maar ik ben wel confronterender geworden naar mensen.

En dan rijst meteen de vraag: wie ben ik zonder mijn verhaal? Mijn Zijn is niet mijn verhaal. Want ik Ben. Zonder verhaal. Maar iedereen heeft graag een kapstok om zijn karakter en aangeleerde “eigenschappen” aan te op hangen, zo ook ik. Laten zien waarom je nu bent wie je bent. Dat heeft een verhaal nodig.  Vinden wij. Want anders kun je worden afgekeurd op je gedrag omdat ze “het verhaal” niet kennen. Hmmmm…

Ieders leven ging gewoon door na 20 maart 2013. Ook die van mij. Maar dan anders. Na de eerste weken, overstelpt door kaarten, bezoeken en telefoontjes, ging de storm liggen.

Toen Jeroen en ik in 2003 een goeie vriend van ons verloren aan longkanker, hij was toen 37, zaten we met 10 vrienden bij mijn vriendin. Ik weet nog dat ik tegen die groep zei: níet na 2 of 4 weken niets meer van je laten horen. De aankomende maanden heeft ze ons nodig. “Nee, tuurlijk niet, uiteraard zijn we er voor haar!”. Ik was bijna de enige die bleef komen. Bleef bellen. De rest haakte af. Het leven ging gewoon door. Tóen al voelde ik de belangrijkheid van het er zijn voor iemand in zo’n periode. Niet voor 2 of 4 weken daarna, maar voor máánden daarna. En ineens zat ik er zelf in. Behoorde ik ineens tot “het lastige volk van weduwen en weduwnaren”.  Want o jee: hoe ga je met zulke mensen om?

Ik heb gemerkt dat bij mij de harde kern over bleef voor steun. Mijn innercircle. Zonder hulp van anderen redt niemand het. Karin Kuiper schreef een boek “Je mag me altijd bellen, 1001 dagen van rouw”.  Bovenaan haar ergernissenlijst stond het goedbedoelde zinnetje ‘Je mag me altijd bellen’. Want hoe welgemeend ook, dit is ‘hulp’ die je met lege handen achterlaat… Omdat je in je diepste wanhoop niet wilt bellen en niet kán bellen, omdat je slechts denkt: Nee, het gaat niet! Zij moeten mij bellen! Maar dan kom je weer bij het stuk: ik weet niet wat ik moet zeggen als ik haar bel. Of: ik weet niet of ze nu wel behoefte aan me heeft. Of: misschien tref ik haar op een heel slecht moment. De gedachtengang is dan: als ze me nodig heeft, belt ze wel. Ik héb haar gezegd dat ze me altijd mag bellen… Ehhh…Ja…

Het is geen verwijt, zeker niet, maar het is dubbel. Mijn telefoon en deur stonden altijd open in de maanden na Jeroen’s overlijden. Ik verwelkomde iedereen. Maar ik snap dat de mensen die steun wilde geven dit ook bij mij wilde laten liggen. Mij laten bepalen wanneer er welke behoefte was. Die ik kenbaar moest maken. Want dat konden zij niet inschatten.

Maanden na het overlijden van Jeroen kreeg ik op kantoor een rouwkaart van ons contactpersoon van het pensioenfonds. Ik had altijd goed contact met hem gehad. Zijn vrouw was overleden. Ik heb de kaart doorgestuurd naar huis en een week later op het balkon, in de zon, pakte ik een kaart om naar hem te sturen. Ik zat klaar met m’n pen. Die boven de kaart bleef zweven. Niet weten wat te schrijven. Voor het eerst voelde ik, omdat ik er zelf in had gezeten, wat het was om de woorden niet te vinden voor zoiets groots. Alle woorden raken geen grond. Want het is iets heftigs om je partner te verliezen. Wat moest ik zeggen? Ik heb er nog over gedacht wat kaarten die ik had ontvangen te pakken en daar tekst uit te jatten. Maar nee, dat kon ik niet maken. Ik wilde iets vanuit mezelf schrijven. Het heeft even geduurd en het kwam. Maar nog: woorden waren maar woorden, ik was niet in staat de diepte van zijn gemis te raken met mijn woorden.

Het leven gaat “gewoon” door, in een ongewone hoedanigheid. Een jaar van leren, vallen, opstaan en weer doorgaan. Zoals zovele weduwen en weduwnaren. Het leven is TE mooi om voorbij te laten gaan, óók na zoiets heftigs.

Het Nederlandse motto “doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg” heb ik weg gegooid. Want wij mensen zijn uitzonderlijk. Uitzonderlijk mooi en tot vele prachtige dingen in staat. En dat mogen we laten zien. Op ieders eigen manier. Ook al wijkt dat af van “de norm”. Die niet bestaat. Lekker “gewoon” blijven kan werken. Maar ik ben liever bijzonder in mijn gewoon blijven. Gewoon omdat dat kan :-).

Allemaal zijn we bijzonder. Gewoon Bijzonder.
Allemaal zijn we bijzonder. Gewoon Bijzonder.

12 thoughts on “Gewoon

  1. Dit is JOUW gevoel Lot en dat gevoel mag er gewoon zijn !!! Prima om JOUW verhaal zo op te schrijven. Ik kijk uit naar je volgende ‘gevoelsdeling’.
    Hug van Ron

  2. Hoi Lot, Heel mooi en oprecht geschreven. verder zweven mijn vingers boven mijn toetsen. En omdat woorden niet kunnen treffen zegt dat wel wat ik bedoel. Liefs,
    Martijn

Geef een reactie op candlelight74 Reactie annuleren