Liefde

Er is bijna geen activiteit, geen onderneming,
die gestart wordt met zo verschrikkelijk veel hoop en verwachtingen en die toch zo vaak mislukt als de liefde. Dat is wat Erich Fromm, Duits-Amerikaanse filosoof en psycholoog (1900-1980) opschreef.

 Ik heb eerder geblogd over liefde. Niet met titel “Liefde”, maar wel verwerkt in blogs. Of met de titel Ik hou van jou. Maar liefde is breder dan houden van. Net als liefhebben breder is dan houden van.

Liefde is een stuwende kracht die het universum bindt, waar alles uit ontstaan is en wat de mens, bewust of onbewust, drijft. We zijn gemaakt voor de liefde, maar raken de weg nogal eens kwijt als het gaat om de betekenis van liefde. Als het om onze geliefden gaat, worden er vaak voorwaarden en eisen gesteld. Maar liefde is absolute vrijheid en daar mogen geen voorwaarden aan worden gesteld. Aardse liefde noem ik dat.

Doen we iets wat bij de ander verkeerd aankomt, dan sluiten we gauw de deur en daarmee ons hart. We laten de liefde niet meer stromen en blokkeren de universele energie. Hierdoor wordt een ontzettend mooi proces gestopt en komen er allerlei vervelende gevoelens en emoties naar boven. We geven de ander de schuld van onze pijn en verdriet. We stellen (hoge) eisen aan de liefde van een ander. Maar tegelijkertijd hebben we ook onze eigen voorwaarden aan onze liefde voor een ander. Het manipulatieve in de mens komt dan regelmatig in actie, specifiek vrouwen zijn daar goed in: jij doet mijn pijn, dan doe ik jou pijn. Hiermee wordt de deur op slot gedaan en is het leed gedaan.

Ik lag van de week op bed te voelen en na te denken over liefde. Voor wie ik diepe liefde voel. En het verschil bij diepe liefde en liefde. En waarom ik daar een verschil in voel. Toen ik aan diepe liefde dacht, overspoelde me een warme deken en werd ik soort van opgenomen door de ruimte. Vervuld. 1 met de ruimte. En daarna trok het weer weg, kwam ik weer in mn lijf. Bijzondere ervaring. En “bewijs” van iets groters in mezelf

Ook ik ervaar de aardse liefde. En ben, waar ik ook eerder over heb geblogd, “op zoek” naar de universele liefde. De allesverzengende liefde. En waar ik eerder zei dat ik niet geloof in onvoorwaardelijke liefde, behalve voor mijn ouders (en ouders voor hun kinderen), en later daar op terug kwam en zei dat ik ook onvoorwaardelijke liefde voor mijn (stief)zusje voel, daar heb ik er ondertussen nog 2 bijgejonkt :-D. Erik en Kees. Erik ken ik zo’n 13 jaar en voelt als mijn zielsmaatje. Kees ken ik ruim een jaar en is, net als ik, alleen komen te staan door het overlijden van zijn partner. Het gevoel van diepe liefde ligt overigens niet per definitie bij degenen van wie ik onvoorwaardelijk houd. En er zijn meer mensen van wie ik enorm houd, maar somehow kan ik daar nog niet de definitie “onvoorwaardelijk” aan geven. Dat komt nog wel. Ik begin heeeeeel langzaam door te krijgen hoe onvoorwaardelijke liefde “werkt”.

Liefde is licht. Licht is de afwezigheid van duisternis, zoals liefde de afwezigheid van angst en haat is. Angst voor het onbekende weerhoudt ons ervan te begrijpen dat wij tijdelijke individuen zijn op d’aard. Deze illusie van angst vertelt dat alles een begin en een einde heeft. Zolang we weten waarmee we te maken hebben, kunnen we het einde inschatten en onder controle houden. We voelen ons op ons gemak als we weten waar en wanneer iets zal gaan gebeuren.

Liefde vertelt ons iets anders, namelijk dat de enige zekerheid die wij echt hebben, is dat alles onzeker is. Als we verliefd worden, voelen we ons onzeker. We moeten ons overgeven aan iets dat we niet kennen. We kennen het begin niet en het einde niet. Uit angst voor de verkeerde uitkomst luisteren we naar de stem van het ego. Dat bepaalt het verschil tussen het houden van iemand vanuit het hoofd en met de daarbij behorende condities of het houden van iemand vanuit het hart zonder deze dualiteit.

In mijn vorige blog vertelde ik het al: ik ben verliefd. En heb sinds kort officieel verkering. En daar waar ik in mijn dagelijks leven los-hou-den betracht, hebben zich sinds de officiele verkering onzekerheden aangediend. En zie ik mezelf weer in processen terecht komen van een traditionele relatie. D.w.z.: in mijn gevoel. Ik heb een relatie, DUS…. dit, dit, dit en dit “hoort” daarbij. En dat stuk wil ik niet meer. Ik heb na het overlijden van Jeroen wel eens gedacht dat ik niet meer geschikt zou zijn voor een relatie. Als ik kijk naar hoe ik een relatie wil en wat er gebeurt met mezelf nu ik er net weer 1 heb, zie ik daar weer allemaal gevoelens tevoorschijn komen die ik niet wil hebben. Inclusief mijn manipulatieve kant. I hate that. (goh, wat een liefde voor mezelf 😉 ).

Ik wil in verbondenheid samen zijn, verantwoordelijk voor mezelf en mijn gevoelsbeleving en niet hoe ik me voel af laten hangen van hoe het met de relatie gaat. Zie hier: valkuil nummer 1 waar ik weer hard in stap. Voordat het officieel was, de verkering, waren onzekerheden niet echt aanwezig, maar sinds het voor het echhie is, tadaaa, zijn ze er. En zie ik weer spijkerhard dingen tevoorschijn komen die ik niet meer wil in mezelf en naar de ander toe. Ik heb bewust gekozen voor een open relatie, in de breedste zin van het woord, en dat heeft consequenties in mijn gevoelswereld. Die ik meer dan graag aan ga, maar wat niet de makkelijkste weg is. Open communicatie is the key, maar open communicatie kan consequenties hebben. Think about that. En ik vul in. Waarom ik wel of niet iets zeg. Zonder bij de ander een check te doen of mijn gevoel juist is. En dan loop ik weer vast in mezelf.

De afgelopen week, wanneer ik onzekerheden voelde, verdriet of weer een keer onbegrip, hoorde ik mezelf vaker de vraag stellen: wat zou Liefde doen? Liefde leven is leven voorbij het ego. En mijn ego staat nog erg in de weg. Een antwoord op wat zou Liefde doen? kan ik wel geven in de gevoelens zoals boven vermeld, maar mijn ego is kneiterhard. Die wijkt nog onvoldoende om Liefde te leven. Niet altijd, maar als ik mezelf vast voel draaien gevoelsmatig, dat is ie bijna onwrikbaar.

De fysieke vertaling van liefde is het bedrijven van liefde. Vrijen zonder liefde wordt seks genoemd. Het is de illusie van liefde dat wij denken echte liefde te vinden via seksuele uitingen.

Vrijen is de taal van ons lichaam om liefde te ervaren, te delen en te laten zien. Seks heeft niet veel met liefde maken. Het geeft geen bevrediging in de zin van liefde. Dat lichamelijke bevrediging belangrijk is, blijkt uit het feit dat niemand vlak voordat hij of zij een orgasme bereikt het bed uitstapt. We zijn iets ervaren.

Wanneer we echt de liefde bedrijven, hebben we kennelijk een hoger doel dan het ervaren van lichamelijk genot. Een samensmelting met de ander. De omgeving die verdwijnt en een andere dimensie wordt ingegaan. Ik heb deze ervaring mogen hebben. Meermalen. Met 1 en dezelfde man. Onze ogen veranderen van kleur en het lijkt alsof we recht in elkaars ziel kijken. Dat gebeurt niet elke keer. Het hangt ook af van de gemoedstoestand waarin we zitten. En hoeveel tijd we samen hebben. Maar wanneer het gebeurt, is het een kadootje.

Een seksuele ontlading is iets heel anders dan een orgasme en brengt geen echte bevrediging. Een instantmoment van opluchting, maar vaak val je daarna in een eenzaamheid. De piek is geweest en het dal dient zich aan. En als je gevoelig bent voor de craving naar dit piekgevoel, ontwikkel je gauw een verslaving. En mis je de andere dimensie. Vrijen. Extase. Andere wereld. Liefhebben in de breedste zin van het woord.

Het betekent overigens niet dat je niet ook gewoon eens hardcore sex kan hebben. Neuken wordt dat in de volksmond genoemd. Is niet verkeerd, verre van, als het maar niet schering en inslag is. It’s all about the balance. Net als alles in het leven.

Mijn zielsmaatje omschreef zijn ervaring met de universele liefde prachtig. Hij voelt zich vrij om relaties aan te gaan met andere mensen. Hij heeft geen belemmerende gedachten of morele bezwaren evenals belemmeringen in de solciale omgeving. Hij heeft, net als ik, genoeg voorbeelden gezien waardoor hij weet dat de mens niet monogaam is, maar dat wel poogt te zijn. Waarschijnlijk vanuit angst. Die voelt en snapt hij niet. Hij leeft in vrijheid en heeft in vrijheid lief. Liefde beleven is een spiritueel proces. Om te groeien, je ziel te voeden en elkaar te inspireren. Meerdere liefdes (polygamie) lijkt een tegenstelling van monogamie. Voor hem bestaat monogamie niet, waardoor hij zich ook niet kan verhouden tot het woord polygamie/polyamorie. Hij vindt dat echte oprechte en open liefde alleen kan in volledige vrijheid, openheid en eerlijkheid naar jezelf en dat je daarin durft te leven. Hij is daarin mijn leidende voorbeeld als het gaat om het hebben van een spirituele relatie (zo noem ik dat) met zijn partner en geen traditionele relatie.

Ik voel waar ik heen wil in de liefde. In de breedste zin van het woord. Heb er al zooo veel over gelezen en elke keer kom ik weer een stukje dichterbij als het gaat om liefde leven. Gelukkig zit er geen deadline aan. Maar ongeduldig ben ik wel. Een eigenschap die ik altijd al gehad heb. Zal ik mijn ongeduld maar met liefde omarmen in de wetenschap dat vertrouwen in de liefde de rode draad in mijn leven wordt?

Stop maar met duwen op  de deur van liefde.
Hij gaat alleen maar in vrijheid en van binnenuit open.

Bert van Rijnberk – http://www.zielzicht.nl

Love sees with the heart 2

Advertentie

Vasthouden – Loslaten – Loshouden

Het is alweer even geleden dat ik geblogd heb. Eind mei. Het was ineens stil van binnen. Niet stilstil. Maar er was geen ruimte voor bloggen. Er gebeurde heel veel, het was een rommeltje van binnen, druk en daardoor vond ik het lastig om door de rotzooi heen naar buiten te komen. En daarnaast had ik al veel onderwerpen die in de maanden daarvoor in me leefden tot uiting gebracht in mn blogs. Het was voor mijn gevoel in een relatief korte tijd een tsnunami aan blogs. En toen:…….. stilte.

Een aantal jaren geleden was mijn eerste retraite bij Zielzicht. En daar leerde ik het woord “los houden” kennen. Er wordt vaak gezegd of je zegt het tegen je zelf, bij fijne dingen: houd dat gevoel vast, ik wil dat gevoel vasthouden. Maar dat is in contradictie met het leven. Het leven is Panta Rhei, beweging. Alles verandert. Vasthouden is futile. Leren om naar het gevoel wat je graag vast wil houden terug te keren op een andere manier, dat kan. Maar een gevoel vasthouden, dat is een ding.

En dan heb je loslaten. Hoe vaak ik het niet gehoord en gezegd heb: laat het toch los, je maakt jezelf gek. Je hebt er niks aan. Het zit je in de weg, dus LAAT       LOS         . Ehhhh, yeah, right. Hoe doe je dat ook alweer? Staat dat niet ergens in een boekje en moet je het gewoon maar ff implementeren? Hatseflats, opgelost. NOT.

Voor mij is de voorloper van zowel vasthouden als loslaten, LOS HOU DEN. Want op het moment dat je dingen los houdt, houd je het niet vast, zet je het niet vast en valt er daarom later ook niets los te laten. Tadaaaaaaaaaaaaa. 🙂

Maar hoe houd je dingen los? Door in het Nu te leven. Gedachten in de toekomst en/of verleden houden je vast. Dus het Nu is de oplossing. Maar ehhhh, hoe doe je dat ook alweer? Daar heb je toch ook boeken voor? En moet je dus gewoon ff implementeren. Net als dingen loslaten. Gewoon doen :-).

Het is eigenlijk best simpel: je hebt pijn, verdriet of een naar gevoel. Dat heb je omdat er een gedachte of gedachten aan vooraf ging(en). Laat de gedachten los, word oordeelloos in wat je ervaart aan nare dingen en je pijn verdwijnt. Het lijkt zo ingewikkeld, maar in feite is het that simple. Sec gezien. Maar zoals met alles: er is oefening voor nodig. Dedicated oefening. En daar hebben we het te druk voor. Het is een kwestie van prioriTIJD stellen.

Ik heb de laatste tijd veel te maken met vasthouden en loslaten. En ik voel dat ik nu een periode ben ingegaan waar ik dingen los wil houden. En daarin door wil zetten. Mijn acute maagvliesontsteking mid juni was een teken van boven dat ik in een rustiger vaarwater zat na 2 jaar extreem veel te verduren te hebben gehad op emotioneel vlak. Niet alleen Jeroen’s overlijden, maar ook in de liefde daarna. Dat was een periode van zowel loslaten als willen vasthouden. En alle opgebouwde stress moest er uit. Maag.

In mijn vakantie vanaf mid augustus zette zich bronchitis in, met bijholte- en voorhoofdholte ontsteking. Na 2 weken vakantie nog eens 3 weken thuis. Voor mij het volgende teken dat ik niet goed bezig was met mijn leven. Ik rookte te veel, dat wist ik. Sportte al tijden niet meer, deed te weinig aan yoga en kon nog steeds moeilijk de rust in mezelf vinden in het algemeen. Met roken ben ik per 1 oktober gestopt. Sport en yoga gaan komen. Maar 1 ding tegelijk. Om het te laten slagen.

Tegelijkertijd tijdens mijn ziekte eind augustus, kwam de definitieve breuk met Man B (zie blog “Daten na de Dood”). Na bijna 2 jaar. Fi-na-lly. Ik was opgelucht. Maar was en ben ook enorm verdrietig en boos door hoe het geeindigd is en ook wat ik allemaal heb laten gebeuren in de bijna 2 jaar. Boos op mezelf. Boos op hem. Ik weet het: zet geen zoden aan de dijk om boos te zijn. Opdracht van mijn psych om hier mee aan de slag te gaan. In de vorm van schrijven. Dat doe ik dus nu. Zolang ik boosheid heb naar hem, houd hij me nog steeds vast, in zijn macht. En houd ik hem vast. En de enige die de boosheid kan transformeren, ben ik zelf. En dus…. Mijn ziekzijn  was o.a. een start voor het opruimen van de emotionele shite die ik in de 2 jaar met hem had beleefd. En dat afscheid viel samen met mijn ziek worden, de bronchitis. Goh, wat vreemd…

Maanden eerder was er een man mijn leven binnen gewandeld, ook weer bezet. Ik en bezette mannen… Blijkbaar onbewust niet op zoek naar iemand in mijn leven die beschikbaar is en met wie ik mijn leven zou willen delen. En zoals het met Man B begonnen was, leuk en het moest vooral niet al te serieus worden, zo begon het ook met deze man. En zit ik nu weer in hetzelfde gevoel als met Man B in den beginne. Zij het dat de karakters van de mannen 180 graden verschillen en Man B nu “in het niet valt” bij wat ik ervaar bij deze man. In die zin dat deze man een gevoelsdier is en ik daar heel blij van word. Ik samen met hem huil. En samen met hem lach. En alles er tussen in. Dat had ik met Man B niet. Dat was een gemis. Anysjaak: zit ik weeer ergens in waar ik in den beginne al niet in terecht had moeten komen. Het is wat het is, en zo is het. De eeuwige uitdrukking van mijn moeder ;-).

En dan ineens ontmoet ik begin oktober zowaar een vrijgezelle man. En word voor het eerst sinds Jeroen’s overlijden verliefd op een man die ik niet ken. Een hele gewaarwording. En ook al voelt het heel fijn, ik wil het los hou den. Na ruim 19 jaar samen met Jeroen, ben ik niet toe aan het me vastleggen aan iemand. Sowieso: ik wil me never nooit meer aan iemand “vastleggen”, want ik ben en blijf van mezelf. Niemand die mij gaat vertellen wat ik wel en niet mag. Zowel in dingen ondernemen als in het hebben van gevoelens voor anderen. Ik wil openheid. En deze nieuwe man in mijn leven weet dus ook van de andere man in mijn leven. En vice versa. Het leven is zoals eerder gezegd Panta Rhei, dagelijkse beweging, dus waarom leggen wij ons de beperking op om ons “vast te leggen” met 1 partner? Er is liefde genoeg en er zijn mensen genoeg. De Universele Liefde moet stromen. Waarom denken dat “tot de dood ons scheidt” zou werken? Voor degene die geloven in “tot de dood ons scheidt”, chapeau en veel geluk. Mijn samenzijn met iemand zit in een andere vorm dan bovenstaande. Ieder zijn overtuiging en voorkeur. Gelukkig maar :-).

Ik ben behoorlijk huiverig voor dit nieuwe iets met de nieuwe man. En merk dat ik er niet in duik zoals ik dat vroeger wel zou hebben gedaan. Ik hou ook vooral open in waar het naar toe gaat. Ik wil er geen stempel op drukken wat het is wat we hebben. Het is wat het is in het Nu. Maar uiteraard poppen er ideeen en wensen op in mijn gedachten, daar ontkom ik niet aan. Maar ik hou-ze-los..

Ik had het idee dat iemand in mijn leven zeeeeker nog even op zich zou laten tot zeker mid 2015. Concept in hoofd. Maar het leven komt toch zoals het komt. En dus: ik doe mn best om het werkwoord “los hou den” dagelijks te leven. En dat is echt niet makkelijk. Maar wel leuk en boeiend. Doe je mee?

Loesje leven t hiernumaals

Acceptatie

God, grant me the serenity to accept the things I cannot change,
The courage to change the things I can,
And wisdom to know the difference.

Acceptatie. We hebben er allemaal mee te maken. Maar de wijdte waarin we accepteren reikt meestal niet zo ver. Het accepteren van dat wat is. Het niet alleen accepteren van de leuke dingen, daar hebben we geen moeite mee, maar vooral het accepteren van de dingen die we niet fijn vinden. Die lastig zijn. Leren willen wat er is i.p.v. je wil op te dringen aan de realiteit. Je levensgeluk gaat niet zozeer om veranderen van wat is, maar ontspannen in wat is. Dat je je houding kunt kiezen ten opzichte van je ervaringen en je je relatie met pijn, teleurstelling en met lijden kunt ontwikkelen i.p.v. er door geleefd te worden. Leven in acceptatie gaat over meesterschap van het vinden van vrede en vertrouwen midden in pijn, verwarring of frustratie van de ervaring van het moment. En acceptatie betekent niet laissez-fair. Het draait om bewust omgaan met de uitdagingen op je pad en met je vanzelfsprekende neigingen en je geconditioneerde patronen daarin keuzes te maken en je keuze dan te accepteren. Alle denkbare bronnen hebben slechts  2 emoties: liefde of angst. Je kunt ook zeggen: vertrouwen of wantrouwen. Wat is jouw basisemotie in het leven? 

Opvoeding en onderwijs zijn er doorgaans nog altijd op gericht ons te leren hoe we onze toekomst kunnen plannen en beinvloeden. Maar het zou veel waardevoller zijn als we van jongs af aan leren om te gaan met verandering. Verandering is immers inherent aan het aardse bestaan. Controle en houvast zijn per definitie altijd tijdelijk en niets meer dan een illusie van de geest. De grootste veranderingen ontstaan als de drang om te willen beheersen wegvalt. Vertrouwen hebben dat het leven zich ontvouwt zoals dat in de planning van de ziel ligt. Hoe hard je ook je wil legt op het leven met alles wat je zou willen doen en bereiken, als het niet in overeenstemming is met je ziel, gaat jouw feestje niet door. De ziel wil groeien. En als er dus dingen in het leven zijn die jij wil, maar voor je zielsgroei niet aan de orde is, gebeurt het niet. Een overtuiging die ingebed is bij mij.

Maar hoe werkt acceptatie je in de praktijk? Door mijn opvoeding met het Lectorium Rosicrucianum, is bij mij een gevoel ingebed, een weten, dat dingen gebeuren met een reden. Daar heb ik never nooit aan getwijfeld. Toeval bestaat niet. Dat was een tegenstelling die ik met Jeroen had: hij geloofde niet in toeval. En ik hoorde mezelf (“mezelf”: wie of wat is dat eigenlijk?) ineens vandaag afvragen: als ik nou zo overtuigd ben dat alles in het leven gebeurt met een reden, waarom kan ik dan toch niet compleet in acceptatie zijn met alles wat er gebeurt en wat ik voel? Het zou toch eigenlijk logisch zijn dat ik alles wat ik mee maak met bijbehorende gevoelens, volledig omarm, omdat ik weet dat niets toeval is? Ehhh…. Tsja…. Nou…. Ehhhh…. Dat dus. Dat is niet het geval. En dat komt toch omdat mijn “ik”, het ego, nog tussen mij en acceptatie in staat. Mijn “ik” vind van alles wat er met me gebeurt en wat ik voel. Daar zit ‘m de crux.

Ik ga wel net een stapje “verder”, waarmee ik bedoel: als ik boos, verdrietig of teleurgesteld ben, doe ik aan zelfonderzoek. Realiseer ik me dat een ander iets in me triggert waardoor ik me zo voel. Maar dat gevoel is van mij, niet van de ander. Ik heb altijd geroepen: een ander is niet verantwoordelijk voor mijn gevoel. Die triggert alleen iets wat in mijn leeft en daardoor komt het tot uiting. En moet ik dat oplossen. Niet de ander.

Maar stel ik het niet te simpel? Is de ander niet medeverantwoordelijk voor mijn gevoel wanneer hij/zij dingen tegen me zegt of dingen doet die volstrekt niet kloppen of niet door de beugel kunnen? Maar ja, die beugel, dat is ook weer mijn kijk op dat het niet door de beugel kan. Een ander zou wellicht denken: hoezo? Is toch niets vreemds aan wat hij/zij doet of zegt? En dus kom ik weer bij mezelf terecht.

Als ik me afgewezen voel door iemand, moet ik dan de ander vragen om dat te fixen? Als ik teleurgesteld ben in iemand, heb ik dan verwachtigen gehad die ik niet (voldoende) uitgesproken heb en moet ik duidelijker zijn (eigenlijk zou ik uberhaupt verwachtingsloos willen zijn)? Als ik boos ben, moet de ander dan anders doen, zodat ik in de toekomst niet meer boos ben? Een conflict buiten mezelf verwijst altijd naar een conflict binnen in mezelf.

Vandaag had ik een in-my-face experience als het gaat om dit onderwerp. Boosheid overviel me als eerste, met de onderliggende gevoelens: aan de kant gezet te zijn, afgewezen te zijn, onvoldoende de moeite waard te zijn. Wat er gebeurde triggerde een oud stuk wat ik bij Jeroen heb ervaren en later bij iemand anders. Maar mijn ervaring met Jeroen heeft het gevoel op het vlak waar het om gaat ingebed in mijn systeem. En kwam vandaag tot uiting. Hoe ga ik dan hier mee om? Ik wil accepteren dat het is wat het is, maar weet niet hoe te komen tot die acceptatie. Tot het overschrijden van mijn “ik” en de gevoelens die ik ervaar te laten zijn voor wat ze zijn, zonder projectie naar de ander. Ik ben getriggerd en ik vind dus dat ik naar mezelf, mijn gevoelens moet kijken en deze moet onderzoeken: waar mis ik aandacht en liefde voor mezelf? Wat haal ik bij de ander wat ik mezelf (nog) niet geef? Het is essentieel dat ik leer kijken naar mijn innerlijke overtuigingen en mijn gevoels- en denkpatronen.

Het kan niet zo zijn dat ik altijd maar naar anderen moet wijzen, hen vertellen dat door hun toe doen ik deze gevoelens heb en hen vervolgens te vragen om het voortaan anders te doen. Dan ben en blijf ik afhankelijk van iedereen om me heen. Ik moet internaliseren. En de gevoelens: ja, die zijn toch echt van mij en niet van de ander. Betekent het dan dat ik mijn gevoelens van afwijzing, onvoldoende de moeite waard gevonden worden, aan de kant gezet te voelen en alle andere gevoelens die pijn doen niet kan uiten naar de ander? Nee, dat zeker niet. Ik wil wel in communicatie blijven. Lukt niet altijd meteen, want de gevoelens van boosheid overheersen dan, maar ik wil wel communiceren. De ander laten weten wat het met me doet. Wat de ander daarmee doet, is de verantwoordelijkheid van de ander. In welke mate iemand bereid is, inziet, dat het ook anders kan. En als het een volgende keer weer gebeurt: aan mij of ik dat kan accepteren en bij mezelf kan houden, in onderzoek ga en oplossing in mezelf zoek. Of niet. Als gevoelens blijven “wreken”, dan heb ik ook de keus om niet meer ergens in te stappen met de ander. En die keus dan volledig te omarmen en accepteren. Overgave.

In een relatie, welke vorm dan ook (vriendschap, liefde, familie), is het geven en nemen. Je probeert elkaar tegemoet te komen in je wensen en verlangens. Maar als je er volledig van uit gaat dat al je wensen gehonoreerd gaan worden, heb je een probleem. En de vraag is: hoe belangrijk is het voor je dat iemand verandert voor jou, zodat jij je beter voelt? Dan ben je nog steeds emotioneel afhankelijk van de ander….

Tathata: onvoorwaardelijk “ja” zeggen tegen dat wat is. Het zogenaamde pad van werken aan jezelf is vaak niet meer dan een lange omweg naar het nu. Sow….

Leven in de wijsheid van onzekerheid

We hopen altijd dat een ander het antwoord heeft
Dat het op een andere plek beter zal zijn
dat ooit alles duidelijk zal zijn
Maar dit is wat het is
Niemand anders heeft het antwoord
Nergens anders zal het beter zijn
En alles is er al
In het diepste van je wezen ligt het antwoord
Luister naar je hart
En weet dat het enige wat je te doen staat is: “zijn”.

Lao Tse

Afbeelding

Onenigheid, ruzie en macaroni

Ik ben opgegroeid in een gezin waar er globaal gezien rust heerste. Rust in de zin dat mijn vader niet goed kon tegen disharmonie. Nog steeds niet. Hij was de man in huis, zijn regels golden. Vloeken mocht al helemaal niet.

Iris en en Damian hebben het het lastigst met mijn vader gehad in hun opvoeding. Zij waren een “generatie” eerder dan mijn 2 broers en ik die volgden uit zijn 2e huwelijk. Hij kon op momenten met harde hand regeren toen. Naarmate de jaren vorderden, hij wijzer werd, is hij dingen anders gaan doen. Wat in ons voordeel was, van de 2e leg.

Ruzie maken werd thuis niet gedaan. Tuurlijk wel, er was onenigheid tussen mij en m’n 2 broers of tussen m’n broers onderling. Maar nooit heftig. En er was onenigheid tussen mijn ouders. Maar nooit in bijzijn van de kinderen.

Ruzie leren maken heb ik dan vanuit huis uit ook niet meegekregen. Ruzie is niet erg, mits het ergens toe leidt. Elkaars standpunten begrijpen, ook al ben je het er niet mee eens. Agree to disagree. Of elkaars standpunten niet begrijpen en er dan ook oke mee zijn. Ruzie maken om het ruzie maken gaat nergens over. En moet je niet willen. Dan moet je jezelf onder handen nemen en je partner daar niet mee lastig vallen.

In de eerste 4 jaar dat Jeroen en ik samenwaren ging alles vanzelf. In die periode hadden we wel onenigheid, maar tot ruzie kwam het niet. Niet omdat dat niet aan de orde was op momenten, maar omdat ik niet wist hoe ik a) ruzie moest maken en b) ik toen nog dacht dat als ik ruzie maakte, hij bij me weg zou gaan.

Ik werd me bewust na de eerste 4 jaar met Jeroen samen dat ik tegen hem op keek. Omdat hij zoveel wist. Hij had een goede algemene ontwikkeling ontwikkeld. Ik voelde me door zijn vele weten soort van klein. En dat gevoel kwam vanuit huis, van mijn vader. Die wist ook veel. Beiden wandelende encyclopedies.  En voelde ik me in het niets verdwijnen. Wat wist ik nou? Ik heb daar toen met Jeroen over gesproken, hij was zich van geen kwaad bewust. En begon toen dingen op een andere manier te zeggen, zodat ik niet in dat gevoel van wat-weet-ik-nou? terecht kwam. Dat werkte goed. En ik groeide.

Gaande de jaren zijn de ruzies gekomen. Pas relatief  laat in onze relatie, ik was niet van de ruzie, Jeroen ook niet, maar ontkomen deden we er niet aan. Als Jeroen ergens flink geirriteerd over was, zei hij dat. En dan wilde ik rustig erover praten. In har-mo-nie. Maar dat wakkerde alleen maar meer aan bij hem en werd hij bozer van mijn ik-wil-rustig-blijven-houding. Nu ik iemand heb ervaren die datzelfde deed bij mij als ik bij Jeroen, snap ik zijn frustratie maar al te goed… Er MOET af en toe geknald worden. Grenzen gesteld worden.

Ik heb dus niet geleerd om ruzie te maken en ALS ik dan voelde dat ik boos werd, ontplofte ik ook meteen. Ik kon het niet reguleren. En kan dat nog steeds niet. Ik vreet mezelf van binnen op, word bozer en bozer omdat ik me niet gehoord of begrepen voel en dan bljift het binnen TOT….. En dan barst te bom. Dan sla ik met deuren en schreeuw ik. En in een later stadium kwam er ook schelden bij. Ik weet dat dat niet de manier is, al helemaal niet om nader tot elkaar te komen (of niet, maar dan zou het ook oke moeten zijn), maar ik heb nog geen methode gevonden om het niet tot dat punt van ontploffen te laten komen. Uiteindelijk ben je altijd verantwoordelijk voor je eigen gevoel, niet een ander. Een ander triggert alleen maar iets in je wat er al zit. Dus een vinger wijzen naar de ander is niet aan de orde. Naar jezelf kijken is het uitgangspunt. Wat raakt de ander in mij dat ik reageer zoals ik reageer? En daarmee aan de slag gaan.

De dag dat Jeroen het huis uit zou gaan, omdat we gingen LAT-ten, maakte hij het bont. Een issue wat bij ons al jaren aan de orde was, kwam ook die dag weer tot uiting. JUIST op die dag. Terwijl die dag moeilijk was. We gingen apart wonen. Ik kwam thuis uit de stad en de ellende begon. Ik ben toen ZO, ZO boos geworden, dat ik alle deuren in het huis 1 voor 1 keihard dichtgesmeten heb, de ramen trilden, ik schreeuwde, hem uitschold voor van alles en nog wat, waarna ik naar de keuken liep, een pak macaroni pakte en die door de woonkamer smeet. Ik-was-zoooooo-boos :'(. Daarna ging ik trillend op het balkon zitten en huilde. Woe-DEND was ik. Jeroen kwam naar het balkon toe, totaal in shock. Want ZO erg had ie me nog niet mee gemaakt. Hij begreep mijn woede. Maar die had ie t.a.v. deze issue al vaker begrepen, dus helpen deed dat niet. Ons afscheid die avond was niet fijn. Door wat er die dag gebeurd was en omdat er zoveel dingen speelden tussen ons, het niet goed ging.

En zo gebeurde het dat ik zelfs tot na Jeroen’s dood, de buisjes macaroni nog terug vond in huis. Als ik tegenwoordig macaroni eet, dan is altijd het eerste waar ik aan denk die enorme ruzie. De dag dat ie uit huis ging. Het verdriet van hoe het verder met ons zou gaan. En wat uiteindelijk niet meer aan de orde was, omdat ie dood ging, 4.5 maanden later. Daar stond ik dan. Met een buisje macaroni in m’n hand.

Afbeelding

 

Scheiden: Lijden en Lucht

Ik zou bijna beginnen met “De statistieken liegen er niet om”. Maar dat is een open deur.

Een kind van gescheiden ouders: wat is de impact? Dat is niet te voorzien in the long run. Er is veel onderzoek naar gedaan. Zoveel factoren bepalen of de keus “goed” of “slecht” is om de stap tot scheiding te zetten. Als je elkaar niet de tent uit vecht, kan het “goed” zijn voor de kinderen om bij elkaar te blijven. Maar elkaar niet de tent uitvechten, betekent niet dat er geen spanningen zijn. En kinderen zijn de meest gevoelige wezens op aarde. Niets ontgaat ze. Voor kinderen moet er voelbare liefde zijn tussen hun ouders. Dat maakt een wereld van verschil voor hoe zij zelf in de toekomst met liefde en relaties om gaan. En hoe ze naar zichzelf kijken. Het kan ze maken of breken.

Er zijn meer dan genoeg stellen die blijven zitten in een relatie die niet werkt, maar de stap niet durven zetten. Om alle praktische consequenties. En ja, ook om de emotionele consequenties. Want uit elkaar gaan doet pijn. En brengt je in rouw. En heb je kinderen, dan is dat nog een tandje erger. Maar het hebben van kinderen gebruiken als verontschuldiging om niet voor jezelf te kiezen of als een bedekking van je angst om op jezelf te staan, mag geen reden zijn. Dan geef je je kinderen slechts afhankelijkheid en angst als zelfbeeld mee. En zoals in een eerder blog gezegd: ik heb geen kinderen, maar weet wat ik voor mezelf wil in een relatie en welk voorbeeld in aan mijn kinderen mee zou willen geven.

Is scheiden lijden? Ja, natuurlijk. Maar het kan daarnaast ook een enorme opluchting zijn. Voor zowel de ouders als voor de kinderen. En ontstaat ruimte. Lucht. En je zult als gescheiden gezin een nieuwe manier moeten vinden van functioneren. Met het geluk van je kinderen voorop gesteld. Hoe vaak ik verhalen gelezen hebben van moeders die hun kinderen gebruiken in de strijd met/tegen hun ex. Kinderen tegen ze gaan gebruiken. En een omgangsregeling dwars zitten, saboteren, de kinderen vervelende dingen over hun ex vertellen etc. Nog steeds heeft de vrouw in Nederland de meeste macht/recht als het gaat om de kinderen na de scheiding. Hoe oneerlijk. Ik ben vrouw, dus ik mag het zeggen: women can be manipulative bitches.

Ik ben achteraf gezien te lang samen geweest met Jeroen. Te lang blijven hangen, “door omstandigheden”. Daarom weet ik nu heel goed wat ik wel en niet meer wil. En ben ik vrij fel naar mensen die zichtbaar niet gelukkig zijn met/in hun relatie, maar toch blijven zitten. Omdat ze de praktische en emotionele consequenties niet aan durven gaan. En zichzelf dus achter tralies vastzetten. What a waste of life en slecht voorbeeld. Voor zowel jezelf als je kinderen.

Ik ben kind van gescheiden ouders. Voor mijn vader mijn moeder trouwde, was hij al 1 keer eerder getrouwd geweest. Iris en Damian werden geboren. En bleven bij hem achter nadat zijn vrouw er voor gekozen had weg te gaan. Nogal een stap voor een moeder.

Mijn vader ontmoette mijn moeder. Het eerste wat mijn moeder zei toen ze mijn vader zag lopen was: met die man ga ik trouwen. En zo geschiedde. Ze was begin 20 en kreeg naast mijn vader de zorg voor zijn 2 kinderen. Ga er maar aan staan op die leeftijd. Mijn 2 broers kwamen ter wereld. Maar mijn moeder wilde zooo graag nog een meisje, van zichzelf, dat ze toch nog een 3e poging waagden. 5 jaar na de geboorte van mijn jongste broer werd ik geboren. Hoera! 🙂

Ik was nog net 10 toen mijn ouders apart gingen wonen. Tot groot verdriet van mijn vader. Die heeft altijd geloofd in het huwelijk, eens getrouwd, dan voor altijd. Dat zijn eerste huwelijk op de klippen liep, vond hij daarom moeilijk te verkroppen. En daarna ook nog huwelijk 2. Mijn moeder was toch wel zijn grote liefde. De scheiding volgde pas 6 jaar later. Ze bleven het af en aan toch proberen. Zonder succes. Wel vloeide er iets moois uit de scheiding: hij ontmoette zijn andere grote liefde, met wie hij ondertussen alweer zo’n 30 jaar samen is.

Mijn ouders hebben de scheiding met 1 advocaat opgelost. Alles ging in harmonie. De kinderen stonden op nr. 1. Mijn moeder verhuisde van Laren naar Huizen. En wat vond ik het fijn om 2 huizen te hebben! En 2 ouders die van me hielden. Ze besloten dat m’n moeder meer in de buurt moest komen wonen, voor de kinderen. En dus regelde mijn vader met een 2e hypotheek op zijn huis een huis voor mijn moeder. Wat een held!

M’n moeder kwam 5 minuten van mijn vader vandaan te wonen. I-de-aal. Ik kon altijd heen en weer pendelen. Niks geen co-ouderschapsregels, ik kon gewoon zelf bepalen wanneer ik waar wilde zijn. Maar mijn stamplaats werd mijn vader. Hij was leraar op de Montessori school, ik zat daar op school en praktisch gezien was het dus handig dat ik bij hem bleef. Samen met m’n jongste broer.

Van m’n 12e t/m m’n 19e woonde ik alleen met paps, m’n jongste broer verhuiste naar m’n moeder. In die tijd hebben paps en ik een bijzondere band opgebouwd. Net 20 ging ik het huis uit. Samenwonen met Jeroen.

Ik kreeg een nieuw “gezin” toen ik 18 was. Mijn moeder kreeg een vriend die een dochter en een zoon had. Zij even oud als ik, hij 3 jaar jonger. Ik vond het een feest om weer onderdeel uit te maken van een soort van gezin. Want ja: uiteindelijk wil je als kind onderdeel uitmaken van een gezin. Mits deze uit liefde bestaat.

Ondertussen is het alweer bijna 13 jaar over tussen die vriend en mijn moeder, maar mijn “zusje” is mijn beste vriendin geworden, mijn soulmate, mijn vangnet. Ze voelt eigen en zit diep in mijn hart verankerd. En nu ik dit zo schrijf, voel ik ineens: heeej, ik heb geblogt over onvoorwaardelijke liefde, dat ik die alleen voor mijn ouders voel. Maar nee, ik voel die ook voor haar. Mijn lieve, mooie, krachtige, humorvolle, slimme, gevoelige en bijzondere zus. #enormdankbaar

Wat ik bijzonder vind, is dat alle 3 mijn broers, mijn zus en ik juist allemaal al in een lange relatie zitten. Oke, ik nu niet meer door Jeroen’s overlijden, maar je begrijpt ‘m :-). Mijn jongste broer is al zeker 15 jaar samen. Mijn middelste broer bijna 25 jaar. Ik was ruim 19 jaar samen. Damian, tsja, dat weet ik niet precies, maar dat is ook zo’n 12-13 jaar geweest tot hij overleed en Iris zat ook zo rond de 25 jaar. En dat dus terwijl onze ouders gescheiden zijn. Mooi toch?

Ben ik slechter geworden van de scheiding? Ik kan oprecht zeggen: nee. En dat heb ik te danken aan de mijn ouders. Zij hebben gestaan voor hun kinderen. Voor de onderlinge samenwerking voor het welzijn van hun kinderen. Uit heel, heel veel liefde. En daar ben ik ze eeuwig dankbaar voor. Een hoop mensen die scheiden kunnen een voorbeeld aan hen nemen. #nogeenkeerenormdankbaar

Er is bijna geen activiteit, geen onderneming,
die gestart wordt met zo verschrikkelijk veel hoop en verwachtingen,
en die toch zo vaak mislukt, als de liefde

Erich Fromm, Duits-Amerikaanse filossof en psycholoog (1900-1980)
Gebroken gezin

Music – Joy of the Heart

Hector Berlioz (1803-1869): “Welke van de twee heeft de grootste invloed om de mens naar grote hoogten te brengen: de liefde of de muziek? Het is een grote kwestie. Toch lijkt het me dat men er het volgende over zou kunnen zeggen: de liefde kan je geen idee geven over muziek, muziek wel of de liefde….. Waarom de een van de ander scheiden? ze zijn twee vleugels van de ziel”.

Muziek. Wie heeft er niet iets mee? We zijn er allemaal mee grootgebracht. En daarna hebben we onze eigen weg gezocht en gevonden in ons muziekvoorkeuren.

Jeroen speelde de synth. Hoe ie alles voor elkaar bokste, snapte ik geen reet van, want veel ging de laatste jaren niet met hardware, maar software. Synth’s op de pc enzo. Hij heeft samen met mijn jongste broer ook een nummer gemaakt en uitgebracht op plaat. https://www.youtube.com/watch?v=PRUukHribcM. En waarin ik ook nog te horen ben. Die hijg. Die ja ;-).

Tijdens Jeroen’s crematie was het nummer waar hij op naar binnen gedragen werd een nummer die hij samen met zijn vriend Pieter had gemaakt. Pieter is in 2003 overleden en toen werd daar het nummer ook gedraaid. Het heet “Pjotr is leaving us”. Wat met Jeroen’s overlijden soort van omgedoopt werd naar ” Geronimo is leaving us”.

Na Jeroen’s overlijden kreeg ik van man B (zie een eerder blog ;-)) een aantal links toegestuurd. Deze nummers deden hem denken aan mijn situatie met het overlijden. 1 van die nummers was van Blaze, “Breathe” (Ashley Beedle Exhale Vocal). Dat nummer raakte me enorm en ik voelde de energie die er van uit ging. Met het schuingedrukte stuk bler ik altijd voluit mee, open mijn armen, borst vooruit en a-de-men! https://www.youtube.com/watch?v=I2bPfQ8Zikg. Een “universele bezinging van het leven, liefde en hoop”, zoals hij dat zei.

there is a place for every one under the sun
there is a time for every life since times begun
there is a chance for every heart to find love
there is some hope for every thing you’re dreamin’ of

as the world keeps spinning round
plant your feet on the ground
lift your heart up to the sky
and breathe new life

see the truth with your third eye
meditate to clear your mind
lift your heatr up to the sky
and breathe new life

En een nummer van Innervision Feat. Melonie Daniels, “Don’t you ever give up” (Cause You’re Gonna Make it) (Frankie Feliciano Ricanstruction Vocal). Een ultieme feelgoodinspiratiesong. https://www.youtube.com/watch?v=jcQJ2qTanwI

Deze en nog 12 andere nummers heeft hij voor mij in een mix gezet van ruim anderhalf uur met een bijbehorend document met achtergronden van de nummers en wat het in zijn leven betekent. Een bijzonder mooie en fijne mix. Waar ik heel vrolijk van word, van door de huiskamer ga dansen. Ik luister ‘m regelmatig, zo ook nu, tijdens het schrijven van dit blog. Maar het is ook een mix met mixed feelings. Want gerelateerd aan de dood van Jeroen. Maar ook aan de liefde van en voor  man B, die de mix gemaakt heeft. En alles daar tussen in.

Bij ons thuis speelde mijn vader piano. En mijn broers en ik moest er aan geloven: pianoles van pa. En ongeduldig dat ik was, wilde ik meteen Mozart kunnen spelen. Ik irriteerde me aan mijn traagheid. Meestal is het zo dat om iets te kunnen leren, je een weg moet bewandelen om er te komen. Nee, ik wilde van A naar Z. Zoals met zoveel dingen in mijn leven. Maar je hebt een ontwikkeling nodig om ergens te komen. En dat betekent oefenen. En geduld hebben. Ik en geduld: nog steeds niet mijn vriend :-).

Mijn jongste broer was een auto-di-dact. En hij kreeg al vroeg zijn eerste synthesizer. Kon geen noot lezen, maar speelde en improviseerde. Werd ontdekt door Michel de Hey. En kreeg daar zijn muzikale onderkomen. Hij werd de ene helft van het duo “Coming Soon” met Berry van Gardingen. En trad overal en nergens op. Dezer dagen doet ie weinig meer. Tijdgebrek. Als Michel optrad in Leiden, gingen Jeroen daar heen. Altijd vet.

Mijn middelste broer speelt gitaar. Mijn zus Iris speelde dwarsfluit. Mijn zwager Paul is een allround entertainer. Al ruim 30 jaar actief en maakt onderdeel uit van Paul Poulissen Combo. Het Combo ontwikkelde zich tot een van de meest geboekte en populairste allround bands. Ik ga te weinig naar zijn optredens, want niet echt bij mij in de buurt. Begin mei wordt hij 60 en viert dat groots, inclusief natuurlijk…. musica! Dat zal een feestje worden :-).

In Jeroen’s familie ook muziek. Jeroen’s 2 broers spelen beiden gitaar. Middelste broer zit in 2 bands en treedt regelmatig op. De laatste 2 jaar zijn Jeroen en ik naar zijn optreden met de band “Bazooka Joe” gaan kijken op 2 oktober. In het kader van Leidens Ontzet, op “dwrie oktowberrrrrrrrrr” :-). Vorig jaar ZO een pijn in m’n nek van het headbangen met Jeroen’s nichtje, kon amper m’n kop meer keren de volgende dag, whahaha! En zijn jongste broer speelt ook nog de synth. De apparatuur die er nog was na Jeroen’s overlijden is naar hem gegaan. Heel goed doel.

Mijn stiefzus- en broer zitten samen in Rockband PRIDE. Beiden zang. Hebben ze niet van een vreemde. Hun moeder zit ook in een band, ook met zang.

En ik? Ik zing :-). Alweer anderhalf jaar op zangles. Ik vind het te gek. Mijn stem leent zich voor jazz en pop. Ik kan van vrij laag, naar behoorlijk hoog. Op dit moment is mijn uitdaging Cassandra Wilson met “Body and Soul”. Daarvoor ook 1 van Cassandra Wilson, “You don’t know what Love is”. Wilson: een uitdaging, want briljant en niet te evenaren. En nou de uitdaging om mee te doen met een optreden in Cafe Studio De Veste. Waar leerlingen van zangschool Sirene hun opmars maken. Dat zal wat worden….
Artiesten die ik ook gezongen heb, althans een poging tot ;-): Alicia Keys, Randy Crawford, Chet Baker, Ella Fitzgerald, Frank Sinatra, Whitney Houston, Adele en Amy Winehouse. Nog op mijn verlanglijstje: Anita Baker met ” Body & Soul”. Aankopen van bladmuziek gedaan, nu alleen nog de printer aansluiten en bladmuziek meenemen naar zangles.

Zoals een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd, geldt dat voor mij ook voor muziek: een dag geen muziek is een dag niet geleefd. Mijn lijntje naar muziek (niet wit, maar rond of langwerpig ;-)): CeeDees (ik heb er dit weekend nog 3 gekocht, jawel, ik houd van CD’s), SoundCloud en YouTube. In mijn auto zit nog een ouderwetse cassetterecorder. Maar heb geen cassettes meer. Nu zit er een cassette in met snoertje die ik aan kan sluiten op mijn smartphone. Lang leve de technologie!

Music… It’s the Joy of the Heart!

Afbeelding

Illustratrice: Wendel Jacobs

Kinderen Ja/Nee* – doorstrepen wat niet van toepassing is

Kinderen. Vanaf dat ik kon denken wilde ik kinderen. Het liefst 4. Jongens of meisjes maakte me niet uit. Het liefst gezond ter wereld. Maar zo niet, dan was het ook welkom. Want ik was in overtuiging dat als het zo moest zijn dat een kindje niet gezond was, mij had uitgekozen als moeder om mij iets te leren. Dat mijn ziel dat nodig had voor haar groei. Die overtuiging heb ik nog steeds.

Ik heb vaak gedroomd over het krijgen van een kind. Zwanger zijn lijkt me iets bijzonders. Het hele fenomeen is bijzonder: een mensje wat in je groeit. Dat de natuur dat toch zoo heeft bedacht, dat dat kan. Hoeveel krachten werken samen om DAT te bewerkstelligen? Hoe bijzonder, hoe bijzonder…

Ik wilde al jong settelen. In ieder geval een huisje en een boompje. Dat beestje kon later wel. De vriendin van mijn vader zei toen tegen me: geniet lekker van je vrijheid nu nog, onderzoek, hop een beetje, leg je niet te jong vast, dat kan altijd nog. Terwijl mijn vader het wel zag zitten, mijn vroege settelen. Gevalletje “verstandig”?

Na wat hier en daar gehopt te hebben, ontmoette ik Jeroen op mn 19e. Op een vrijgezellen weekend. Dat wil zeggen: vrienden die vrijgezel waren en het weekend samen doorbrachten met bordspellen spelen, drinken, grappen maken, stappen en veel slap ouwehoeren. Jeroen was al 2x mee gevraagd, maar nerd als hij was, bleef ie liever achter z’n pc spelletjes spelen ;-). Tot de 3e keer dat ie meegevraagd werd. Toen moest ie er toch echt aan geloven. Ik weet nog dat ie binnen kwam, we waren bij iemand in Utrecht, zich voorstelde en ik alleen maar een magere lat zag met hele lelijke schoenen. En een te lang hoofd. Nee, niet mijn type. Uiterlijk…. Het blijft toch echt niet genoeg zeggen.

s Avonds toen we Mr Bean keken, zat ik voor hem op de grond, tussen z’n benen en raakten we aan de praat. En was het raak. Onze ontmoetingsdag: 22 januari 1994. Wat ook in onze vriendschapsringen is komen te staan. Die ik na zijn overlijden weer ben gaan dragen.

Ik ging settelen op m’n 20e, 5 maanden na onze ontmoeting. Ik verhuisde van Laren naar Leiden, waar Jeroen woonde. Huisje en boompje. Maar dat beestje dan? De hyperventilatie en paniekaanval kwam om de hoek kijken. De angst voor de angst achtervolgende me jaren. Er was geen ruimte voor een beestje. Ik kon dat niet aan. Jeroen wilde graag kinderen. Maar wel voor z’n 40e. Hij was 8 jaar ouder dan ik. Door de jaren heen zei hij tegen me: ik wil graag kinderen met jou, maar niet zoals je nu bent, te labiel. Dat ging gewoon niet samen. Ik moest eerst mezelf op orde hebben alvorens er een beestje kon komen.

Gaandeweg begon ik te voelen dat ik geen kinderen wilde met Jeroen. Ik weet dat ie een geweldige vader zou zijn geweest. Alleen de twijfel met de dingen die er bij hem speelden om de verantwoordelijkheid te nemen, in het algemeen, weerhielden me om de stap te zetten. Daarnaast vond ik dat er al zoveel kinderen in de wereld waren die geen ouders meer hadden en dan zouden we dan een kind (of meerderen) gaan produceren. En in wat voor wereld zet je zo’n kind neer? Zo geweldig is het niet op aarde met de oorlogen, de criminaliteit en andere ellende. Wil ik mijn toekomstige kind dat aan doen? Eind 2010 de definitieve beslissing: geen beestje.

Door de jaren heen heb ik me regelmatig geirriteerd aan kinderen. Hoe lief ze ook konden zijn, ik was BLIJ dat ze altijd van een ander waren en niet van mij. Al dat gezeik. Dat overheerste vooral: gezeik. En ik kan me moeilijk verhouden tot kinderen. Wat zeg ik tegen ze? Waar moet ik het over hebben? Ik voel me daarin een nub. En toch voel ik dat ik een hele leuke en goeie moeder zou zijn. Ik heb een kind veel (mee) te geven.

Mijn gevoel vanaf jongs af aan kinderen te willen was er niet meer. Mijn eierstokken rammelden niet, ik kon ook niet blij worden van het vooruitzicht van kinderen. Dat lag niet alleen aan hoe ik naar Jeroen keek t.a.v. het krijgen van kinderen (als het ons gegund zou zijn, laat dat voorop staan), maar ook aan mezelf. Ik had het idee erg veel ruimte nodig te hebben voor mezelf om te kunnen functioneren. Een kind er bij benauwde me. Weg ruimte. Weg vrijheid. Maar ik zag OOK alle cliches die ik er voor terug zou krijgen. Ik geloof alle mooie cliches die er zijn wanneer je zelf een kind mag krijgen.

En toen gebeurde het voor mij ondenkbare: eind januari 2013 stond ik voor de spiegel in de badkamer en voelde dat ik met de man die naast Jeroen op dat moment in mijn leven was, wel kinderen zou willen. Zo.. Die kwam wel binnen. Mijn eierstokken werden wakker.

Vanaf dat moment begon ik anders naar kinderen te kijken. Ik stond ineens op mijn balkon, kijkend naar de spelende kinderen in het park en bedacht me: wat prachtig om  een klein wezen in deze wereld door het leven heen te begeleiden, te coachen en te “maken” tot een bijzonder mens.

Ik trok in die tijd vaak Godinnenkaarten. En “toevallig” trok ik af en toe een kaart die relateerde aan het begeleiden van kinderen in mijn dagelijkse bestaan. Dat ik gave had en hier iets mee zou moeten doen. Niet veel later in de tijd zat ik bij mijn moeder thuis, ik zat voor de poef waar de rouwkaart van Jeroen op stond en ik keek rechts de vensterbank op en zag een paar mini crocs staan (ik HAAT crocs, maar dat volledig en volstrekt terzijde). En ik miste een paar kindervoetjes er in. Kindervoetjes van mijn kind. Dat was een intens moment. Ik voelde een gemis.

In august 2013 ging ik voor een 2e keer een week in retraite. En kwam er van alles los. Ineens kwam het idee: zou ik alleenstaand moeder willen worden? Ik was net 5 maanden weduwe en DIE vraag diende zich aan. Niet het meest ideale moment. Na terugkomst van de retraite ben ik op internet verhalen gaan zoeken van vrouwen en hun ervaringen met het alleenstaand moederschap. De voors- en tegens. Ik las de “ik kan het prima zelf redden, maar het kost wel veel energie en veel geregel”-verhalen en ook de “wat valt het me zwaar, als ik dit had geweten had ik het niet gedaan”-verhalen. Er zijn altijd voors-en tegens. Het bijzondere was, in tegenstelling hoe ik was voor juli 2012 ten aanzien van het vertrouwen hebben in dingen, was dat ik een groot vertrouwen voelde in dat ik het wel zou redden. Ook al heb ik geen ouders in de buurt die kunnen oppassen. En het grootste deel van mijn vrienden niet in de buurt wonen. Maar dat was voor mij geen reden om het dan maar niet te doen en later spijt te krijgen. Ik zou het wel redden. Met een hoop geregel, mijn wereld die een heel stuk kleiner zou worden op sociaal gebied, maar toch. Daarnaast realiseer ik me regelmatig als ik bij mijn vader of moeder ben, hoe bijzonder het is om een kind te hebben. De liefde tussen ouder en kind. Hoeveel je als ouders krijgt van een kind. En hoeveel je als kind van je ouders krijgt. Hoe leerzaam het hebben van een kind is voor je persoonlijke groei.

En toen kwamen andere dingen om de hoek kijken. Ik was pas 5 maanden weduwe. Volop in de emotie, rouw, verwerking. Ik had genoeg aan al dat, zonder nog zwanger te gaan worden. Met alle emoties die ook daarbij zouden komen kijken. Mijn leeftijd speelde parten: als ik een kind wil, dan moet het zo ongeveer wel nu gebeuren, want ik word in april 2014 40. En dan nog: hoe te regelen als ik zwanger wilde worden? Wilde ik dat via een donor of via een bekende? Dat ik alleenstaand moeder zou zijn en dan het ook nog eens voor elkaar moest zien te krijgen dat ik een man zou treffen (uberhaupt) die een vrouw met een mini-me wel zou zien zitten. Ook had ik tijdens de retraite  besloten om een yoga opleiding te gaan volgen. Ergens na het 1e kwartaal 2014. Dat zou dan ook niet meer gaan gebeuren.

Ik besloot na een paar weken om geen BOM te worden. Bewust Ongehuwd Moeder. En ging verder.

Ik sluit kinderen nog steeds niet uit. Ik hoef “ze” niet perse, maar voel ook geen definitieve nee. Het dilemma bestaat nog steeds: ik word binnenkort 40, heb nog een hoop te doen met mezelf, eigenlijk geen ruimte voor een man in m’n leven, want op het vlak van emotionele onafhankelijkheid heb ik nog een behoorlijke slag te maken en die kan ik het best maken zonder man, maar de tijd schrijdt voort. Mijn eierstokken verouderen met de dag, de risico’s vergroten met de dag en dus….

Het kan dus nog alle kanten op gaan. Wie weet als ik een jaar verder ben, dat de issue niet meer bestaat. Ik voel dat ik echt geen kind meer wil. En een man tref die daar ook zo in staat. Of dat ik het over een jaar nog wel voel, een kind te willen. En dan nog een man treffen die dat ook wil. Gelukkig voel ik niet dat ik kost wat kost een mini-me wil krijgen. Maar ik wil de optie open houden. Zolang ik geen definitieve nee voel.

kind vuistje

Daten na de dood

Uit het boek “Leven vanuit Neutraliteit” van Justus Kramer Schippers:

Anekdotisch is het interview met de Baronesse von Rothschild, aan wie gevraagd werd wat zij er nu van vond dat haar man er wel eens een buitenechtelijke relatie op nahield. Waardig als geen ander sprak ze: “Oh, dat? Ach dat speelt toch geen enkele rol; dat is maar even een hormonenexplosie, meer niet. Dat heeft niets te doen met ons huwelijk”.

“Seks kan wellicht gezien worden als het toefje slagroom op de appeltaart, maar de appeltaart wordt niet slechter als er geen slagroom op zit en niet automatisch wordt aangenomen dat beide partners van slagroom houden. En zoals de ene partner de andere niet dwingt het toefje slagroom te gebruiken, dwingt de andere de ene partner niet om zich van het gebruik van slagroom te onthouden”.

Nou, niet letterlijk daten na de dood, maar daten als weduwe-zijnde ;-). Want, ja, ook dat ging een keer komen. Maar wanneer is het daar de tijd voor? ‘Als je voelt dat je er aan toe bent”. Maar dan nog: als het zover is, weet je niet of je er aan toe bent, dat voel je dan, ter plekke. Of daarna.

2 weken na Jeroen’s overlijden zat ik met vriendinnen thuis. 1 vriendin was net 2 weken single. Ik stelde toen de vraag: ben ik nu weduwe of single? Het antwoord was toch echt unaniem: weduwe.

Na De Kentering in juli 2012, kwam er een hoop bij me los. En werd ik nieuwsgierig naar anderen. Mannen wel te verstaan. Kan natuurlijk niet als je getrouwd bent. Ja, nieuwsgierig zijn wel, maar er wat mee doen niet. Dat is en blijft een taboe in onze cultuur. We zitten nog in de kerkelijke sfeer: man en vrouw (ja, dat toch wel het liefst) trouwen, krijgen kinderen als ze dat willen en het hen gegund is en blijven hun hele leven in trouw samen.

Wellicht tegen het zere been van velen, maar dat is anno 1950. Misschien kort door de bocht. Ook in mijn tijd met Jeroen heb ik dat vaak geroepen. Hoe kan het toch dat je voor de rest van je leven kiest voor 1 persoon, terwijl er zoooo veel liefde en moois te beleven is met anderen? Ook vandaag de dag voel ik dat nog zo. Er zijn boeken vol over geschreven. De liefde tussen 2 mensen. 99% van de relaties zijn traditioneel. 1% is spiritueel. Dat wil zeggen: volledige verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en alles wat je voelt en je relatie niet als levensdoel beschouwen, maar als middel om die zelfverantwoordelijkheid te ontwikkelen. Vanwege je liefde voor elkaar kun je bij elkaar ook de diepste knoppen indrukken van pijnlijke, angstige en afhankelijke gevoelens. Zodra je niet de ander daarvoor verantwoordelijk stelt, maar zelf die gevoelens leert te voelen en te omhelzen met een oordeelvrij gewaarzijn, ontwikkel je een steeds sterker gevoel van eigenwaarde en autonomie. Deze eigenwaarde is niet afhankelijk van de erkenning en liefde van anderen, ze is je natuurlijke erfgoed, je inherente natuurlijke staat van zijn. Het is het elkaar ontslaan van alle verplichtingen die uit het traditionele relatiedenken voortvloeien. Je hoeft je partner niet meer te veranderen naar jouw ideaal beeld of machteloos te berusten in diens hardnekkige gebreken. We hebben als mens nog een lange weg te gaan….

Terug naar mijn nieuwsgierigheid. Ik ben 18.5 jaar zo trouw als een hond geweest. Ik kéék amper naar andere mannen, laat staan aanraken. En toch gebeurde het na De Kentering: ik wilde een andere man ervaren. IK, die zo trouw was als wat, wilde dat. Door wat er bij me leefde op dat moment (niet alleen dat stuk), snapte ik het wel, maar om het in de praktijk te brengen terwijl getrouwd…. Dat was een ander verhaal. En tóch heb ik er voor gekozen om dat te doen.

Man A kende ik al een jaar of 5. En toonde interesse. Hij had een relatie. Onze affaire (dat heeft deze naam als je een relatie hebt / getrouwd bent, jawel) duurde een half jaar. Zijn vriendin kan er achter. En belde mij. Ik was de boosdoener. Uiteraard. Want ik ben verantwoordelijk voor het feit dat haar man zijn lul achterna liep. Ehhhh….?

Een paar maanden na de start van die affaire, ontmoette ik Man B. Getrouwd, 1 kind. Slecht huwelijk. We vonden elkaar in onze relatieshit. Het mondde uit in explosies tijdens ons samenzijn. Dat had ik met niemand ooit ervaren. Na het meer dan leuk met elkaar hebben, overleed Jeroen en verklaarde Man B zijn liefde aan mij. Een dag na de crematie. Yep…. Heule slechte timing. Ik kwam in de rouw en verliefdheid tegelijk. Geen goeie combinatie, alhoewel het me ergens ook geholpen heeft om de moeilijkheid van het verlies van Jeroen het hoofd te bieden. Er was mogelijk een toekomst samen. We matchten goed. Dacht ik toen. Ik heb mezelf regelmatig afgevraagd of ik niet in een sprookje geloofde, of dat ik mezelf voor de gek hield in mijn liefde voor hem. De 1e vraag kan ik nu met ja beantwoorden. De 2e vraag kan ik met nee beantwoorden.

Man B heeft tot 3 keer toe “besloten” om weg te gaan bij zijn vrouw. Ik vond dat ie dat vooral voor zichzelf moest doen, voor zijn eigen groei, want zwáár gevangen in een traditioneel huwelijk, met weinig speelruimte voor wie ik zie dat hij is, en vooral kan worden als hij bij zijn vrouw weg zou gaan. Hij moest niet specifiek weg gaan om met mij verder te gaan, dat stond op de 2e plek. Zijn laatste besluit was van midden december jl. Zijn vrouw was toen overigens zwanger van nr 2, tijdens hun relatiecrisis er niet aangedacht om toch maar wat veiligheid in te bouwen. Hoe verzin je het?

Ook bij Man B kwam zijn vrouw er achter. En ook haar aan de telefoon gehad. Meerdere malen. Ander kaliber vrouw dan bij Man A. Ik werd verrot gescholden. Ook hier was ík verantwoordelijk voor het feit dat Man B…. Je snapt ‘m. Dus kwam er een punt. Die weer een komma werd. En een punt. Een komma. Ik geloof dat er totaal wel 6 punten zijn gezet. En evenzoveel komma’s. Het lukte niet om los te komen van elkaar.

En ergens mid februari jl toch de keus voor zijn gezin. In het kader van “het instituut huwelijk, ik moet er wat van maken”. Anno 1950 zeg ik dan. Nobel. Mijn zicht op hoe ik hem ken, zegt nog steeds: angst om te leren vliegen en te kijken waar hij landt. Of op z’n bek gaat. Hij wil de controle houden, precies weten wat hem te wachten staat. En dat gaat niet. Dus houdt hij vast aan wat hij heeft, ook al heeft hij zichzelf in al die jaren verloren en heeft hij zich gedissocieerd van allerlei eigenschappen van hemzelf, omdat zijn vrouw daar niet mee kan om gaan. Als half mens leven, dat is zijn keus. Ik kan een boek schrijven over de afgelopen anderhalf jaar met Man B en wellicht ga ik dat nog eens doen.

Ben ik boos op Man B? Ja en nee. Ja, omdat het emotioneel zo lang heeft geduurd tussen ons en hij maar bleef schipperen. Maar ja: was ik daar zelf niet bij? Nee, omdat ik weet dat iedereen zijn eigen pas loopt in het leven. Maar ik blijf het onbegrijpelijk vinden dat hij deze keus heeft gemaakt. Een soort van genoegen nemen met…. for the sake of the kids en het “instituut huwelijk”. Ik heb geen kinderen, sluit het niet uit dat die nog gaan komen, maar ik weet wel wat ik van een relatie wil, ongeacht of er kinderen zijn of niet. Ik wil geen man die bij me blijft omdat ie “de vader van m’n kinderen is, hij lief en zorgzaam is”. Nee, ik wil dat hij van mijn HOUDT. Als geliefde en mens. Niet alleen als mens. 100% voor MIJ gaat. En niet in zijn hart bij een andere vrouw is en niet bij mij. Kies er dan voor om weg te gaan. Zoveel vind ik mezelf wel waard. Ik had mezelf al die waarde moeten geven, nadat nadat hij na de eerste keer “besloten” had weg te gaan bij zijn vrouw, maar dat niet deed. Toen de stekker er al uit moeten trekken. Is het afgelopen met Man B? Door zijn definitieve keus Ja t.a.v. een toekomst samen. Maar verder is het een Nee. Dat komt nog. Maar emotioneel heb ik mezelf 95% terug getrokken. Ook door dingen die ik ben gaan inzien. Door alles wat er gebeurd is.

Jeroen en ik gingen per januari 2013 “vrij”. Dat besluit had uiteraard vele gesprekken nodig.  Het eerste weekend van januari ging ie stappen. Hij belde me die zondag, vlak voordat ik zijn auto naar hem terug bracht. Hij was wezen stappen en had met een meisje van 24 gezoend. “Vre-se-lijk lekker gezoend”. Wat was ik blij voor hem! Ik gunde het hem zo om eens iemand anders te ervaren dan ik. Hij was in een soort van extase. Briljant. Eind januari had ie een date met een collega. Zij kende onze situatie. Ik had die avond een etentje met vriendinnen thuis. Hij kwam de auto brengen, want die had ik dat weekend nodig. Hij ging met de trein. Hij zou bij haar blijven slapen. En had verwachtingen :-). Vlak nadat hij weg ging bij mij thuis, vroeg 1 van mijn vriendinnen: shit, heeft ie wel gedacht aan condooms? Waarop ik verschrikt keek en hem smste: heb je wel condooms gekocht? Niks gehoord. Tot de volgende ochtend. Hij smste me: kan ik je bellen? Ja, schatje, je kunt me bellen. En hij uitte zijn teleurstelling. Op de dansvloer was ie aan de zoen geraakt met desbetreffende date en…. het zoenen matchte niet. Niet matchen met zoenen, dan houdt de rest ook op. Dat wist ik ook van hem. Hij was bij een vriendin van hem (en van zijn date), vlakbij, gaan slapen, want had al te veel gedronken. Heb hem gezegd dat ie die maandag wel een gesprek met desbetreffende date moest hebben, omdat zij teleurgesteld was. Dat was ie ook van plan en heeft ie ook gedaan. Ze was ook op Jeroen’s condoleance. Leuk om te zien met wie hij die avond was en de nacht had willen spenderen. Ik vind het echt jammer dat het niet door gegaan is, want ook dat had ik hem zo gegund. Ervaring met iemand anders na 19 jaar met mij. Het pakje condooms vond ik na zijn overlijden :-).

Man A en B waren geen dates ;-). Dat waren “affaires”. Zoektocht naar een stuk van mezelf. Afgelopen oktober begon mijn dating verhaal. In het weekend dat ik het herdenkingsfeest gaf voor Jeroen, precies en half jaar na zijn overlijden (20 september). Dat was een vrijdagavond. Wat een KUT weekend had ik. Expres geen afspraken gepland dat weekend, wilde ruimte voor mezelf hebben. Maar wat vóelde ik me shite. Alleen. Verdrietig. En dus besloot ik, lekker logisch in zo’n situatie, mezelf in te schrijven op een chat-site. Die zondagavond. En dat heb ik geweten. Ik stond er nog niet op of tig berichten. En de meest oneerbare voorstellen. Terwijl mijn “ik stel mij voor-verhaal” daar écht geen aanleiding tot gaf. Verre van. Nou kan ik met oneerbare voorstellen goed om gaan als ik je leer kennen gaandeweg, maar dat soort bagger van iemand die ik nog niet ken, nee, dan ben je bij mij aan het verkeerde adres. En ik ben ook nog zo’n muts die vindt dat ze op ieder bericht moet reageren, want dat is “fatsoenlijk”. Ik was niet goed wijs.

Ik had een klik met een rechercheur uit Zoetermeer. Tenminste hij zéi dat hij rechercheur was. Of ie dat ook daadwerkelijk is, weet ik natuurlijk niet. Op het moment dat ik 8 berichten op een dag kreeg (zonder zelf tussendoor te hebben gereageerd) en bepaalde opmerkingen las die me een naar gevoel gaven, heb ik het gekapt. Geluisterd naar dat gevoel en niet meer op hem ingegaan. Ik ben mid december van de chat-site afgegaan. Wat een RUST!

Anyway. Man C diende zich aan, die was ook nog via de chat-site. Een week lang veel gemaild en op papier een meer dan goeie klik. Een dag voordat ik op vakantie ging in oktober onze eerste date. Het klikte. En ik werd na een uur op het terras tijdens lunch al gezoend. Say what? De date duurde 9 uur. Nog 2 dates gehad en toen kwam er irritatie van zijn kant en ben ik voor “date 4” naar hem toe gegaan om dingen te bespreken. We hadden een soort van FWB constructie bedacht, maar het aansluitende weekend waren we alleen maar geirriteerd naar elkaars woorden per mail dat we besloten dat maar niet te gaan doen. En sloten een week later onze datingervaring prettig af ;-).

Man D diende zich aan. Midden november. Ontmoetten elkaar tijdens een disco feest. Lekker old school. Lekker klef geweest op de dansvloer, ons geen reet aantrekkende van iedereen die om ons heen aan het feesten was. Nummers uitgewisseld en een week later onze eerste date. Gaande ons gesprek werd me duidelijk dat het ‘m niet ging worden. De eigenschappen die Jeroen had en die voor mij, achteraf, niet goed geweest waren voor mijn groei, zag ik terug in Man D. Ik kreeg jeuk. Vertelde hem dat ook. We hadden een gezellige avond, maar dacht niet aan een vervolg. Toch kwam er vervolg. En werden we FWB. Hadden regelmatig contact per app en zagen elkaar elke 2-3 weken. Nog nooit met ZO een lekker lijf het bed gedeeld ;-). Ik glimlach nu terwijl ik dit typ. Man D is nog steeds in mijn leven. Ik kan hem altijd bellen. Hij komt naar me toe als ik me bagger voel. Heel bijzonder dat onze vriendschap in zo’n korte tijd zo is geworden. De vrouw die hem krijgt, mag echt in haar handjes knijpen. Hij is ondertussen Zijn Ware aan het zoeken. Maar heeft geen haast. Daten doet hij exclusief. Dus als het wat zou kunnen worden, dan zijn wij FWB-af. En als blijkt dat het ‘m niet geworden is, dan zijn we weer FWB. Het werkt prima zo.

En toen kwam Man E. Tegen gekomen met uitgaan. Wat ik nauwelijk doe… 26 jaar jong. Naast student ook eigen bedrijf. Dus verantwoordelijk. Keek goed uit z’n ogen en had iets sensueels en charmants. En lekker recalcitrant. Buiten de lijntjes willen kleuren. Het leven aangaan. Zeer aantrekkelijke eigenschappen. Hij wilde me nog een keer zien. En zo geschiedde. 3 dates gehad. Na date 3, donderdag jl, kreeg ik een bericht dat ie vond dat het hem “te snel ging”. Heb ik dan tóch het cliché mee gemaakt, voor het eerst in mijn leven: sex hebben en het direct daarna af laten weten? Hij was de avond erop met zijn ex in bed belandt. Nou vind ik dat geen probleem, maar laat me niet hangen terwijl we afgelopen zaterdagochtend een ontbijt date hadden staan en hij niet meer op de app was gekomen na mijn 2 laatste apps. Ik voelde het aan komen. Zaterdagochtend dus een app over de nacht met zijn ex en dat ie niet meer kwam. Heb daar op gereageerd en stelde hem een vraag. En hoorde niks meer. Gisteren nog steeds niks gehoord, dus toch maar geappt met vraag of het klaar was voor hem omdat ie niet reageerde. Kreeg bericht terug. Dat ie zich schaamde en dat ie in verwarring was en onwetend in hoe hij dit zou oplossen, ontwijkend gedrag vertoonde (niet terug appen). En dat ie het met zijn ex nog een kans wil geven. Heb hem succes gewenst :-).

En zo eindigde mijn gedate. Heb gemerkt dat mannen een verstoring geven in mijn leven. Dat ligt aan mij, niet aan de mannen zelf. Ik heb het 1 en ander waarmee ik met mezelf aan de slag wil en moet op dat vlak, dat weet ik al enige tijd, dus lang leve mijn psych als ondersteuning :-). Ik moet best wel wat dingen ontwarren. Mijn autonomie krijgen, vooral op emotioneel afhankelijkheids-gebied. Zoals veel vrouwen.

Iedereen die dit verhaal leest, zal er het zijne of hare van vinden. Wat ik heb gedaan tijdens het laatste stuk van Jeroen’s leven, is verre van netjes. Ik heb hem bedrogen. En ik zal het op die manier niet nog een keer doen. Als ik uberhaupt al in een traditionele relatie stap van 1 op 1. Ook daar ligt een zoektocht. Ik heb een brief in Jeroen’s kist mee gegeven met de vraag of hij kon begrijpen waarom ik gedaan had wat ik gedaan had. En of hij me kon vergeven. Via een sessie met een medium kreeg ik zijn antwoord. Wat fijn was en waar ik wat mee kon.

Ik ben niet bezig met een zoektocht naar De Ware. Maar alleen blijven zal ik zeker niet. Daarvoor ben ik niet gemaakt en vind ik mezelf veel te leuk :-). Ik heb een hoop te geven. Maar het komt wanneer het komt. En zo ga ik verder 2014 in. Mezelf onderzoekende. En als er een man komt, dan komt ie. Zo niet, dan heb ik des te meer tijd voor het realiseren van mij autonomie op emotioneel afhankelijkheids-gebied. Ik zeg proost op De Liefde in al zijn facetten!

Afbeelding

Rouwen: ehhhh…Hoe werkt dat?

28 augustus 2000. Ik was toen 26 jaar. Ik had vakantie, was thuis en de telefoon ging. Ik kreeg het nieuws dat mijn zus Iris was overleden. 44 jaar was ze. Ze was voorzover wij toen wisten niet ziek. Ze had enige tijd last van af en toe blackouts. Maar was nog niet naar de huisarts hiervoor geweest. Ze woonde met mijn zwager op een woonboot. Op deze dag had ze weer een black out. En was in het water gevallen. Verdronken. Autopsie wees uit dat ze een hersentumor had.

Ik heb gehuild. Het was onwerkelijk. Maar mijn reactie toen was dat gaandeweg ook. Ik ben niet met mijn zus opgegroeid. Zij was het huis uit toen ik geboren werd. We hebben nooit echt een zussenband opgebouwd, een glimp daarvan kwam pas een paar jaar voor haar overlijden. Ik werd ouder en kreeg behoefte om haar te leren kennen. We woonden niet bij elkaar in de buurt, dus we schreven brieven. Wilden een keer samen gaan shoppen. Dat is er nooit van gekomen. De brieven heb ik nog.

Ik redeneerde mijn gevoel van verlies weg. “Ik was toch niet met haar op gegroeid. We hadden relatief weinig contact”. Ik had geen foto’s van haar, dus die stonden ook niet ergens in huis. Ik kwam niet tot mijn gevoel van verlies. Want “we hadden toch niet echt veel contact”. Anderhalf jaar later toen ik bij een psycho-therapeut was, kwam het verlies er uit. En hoe ik daar mee was omgegaan. De Klap. Alsnog de rouw in. Voor zover ik een idee had wat dat zou “moeten” zijn.

28 december 2009. Ik was toen 35. De telefoon ging. Ik kreeg het nieuws dat mijn broer Damian was overleden. 48 jaar was hij. Hij was al een tijd ziek. Darm- en leverkanker. Met Damian had ik wel een echte broer-zus band. Hij was dol op zijn “kleine zusje”. Ook hij was het huis al uit toen ik geboren werd. Hij en ik zagen elkaar wel. En belden elkaar wel.

Door mijn ervaring met het verlies van Iris wist ik: nu wil ik hier anders mee om gaan. Ik besloot ook voor het eerst van mijn leven te kijken maar de dode, dat had ik voorheen niet gedurft. Ik had binnen de familie al eerder mijn 2 oma’s verloren en een tante.
Hij lag er mooi bij. Maar wat vónd ik het vreemd om een dood iemand te zien. Aanraken durfte ik niet.

Ik heb foto’s van hem in huis neergezet en opgehangen. En ging echt in mijn verdriet zitten. Keek veel naar de foto’s, praatte tegen hem, stak kaarsjes aan. Ik ging direct de rouw in. En het voelde goed. Ik snapte nu het gevoel van verdriet dat samen ging met het verlies.

20 maart 2013. Ik was toen 38. En vond Jeroen, dood op bed. 47 jaar was hij. Jeroen was zover ik wist niet ziek. Hij had binnen 2 weken 2x een flinke griep te pakken, dus op moment van overlijden was hij ziek. Autopsie wees uit dat zijn hart bijna 3 keer zo groot was. Zijn laatste griep werd hem fataal. Door het overgeven een te grote druk op zijn hart en door de koorts moest zijn hart ook harder pompen. Het virus was op zijn hartspier gaan zitten. Zijn hart heeft het niet kunnen verwerken en in zijn slaap is hij vertrokken naar genezijde.

Toen ik Jeroen vond, was het donker. Ik was naar zijn bed gelopen, zijn naam roepen had hem niet wakker gemaakt, en begon hem heen en weer te schudden. Ik voelde onder mijn handen stijfheid. Hij bleek later al meer dan 12 uur dood te zijn. Ik deed het licht naast hem aan en zag hem: z’n armen, vuisten en gezicht waren donkerpaars. Neeeeeeee…… Dit KON niet. Toch blijven schudden. Wakker worden! Natuurlijk registreerde mijn brein dat hij dood moest zijn, maar dat KON niet. Mijn Jeroen kón niet dood zijn.

Ik gilde, rende naar de overloop en gilde om Paulina, die beneden was. Jeroen is dood! Jeroen is dood! Beiden hebben we 112 gebeld. En toen begon het circus. We moesten hem uit bed tillen om alsnog reanimatie toe te passen. Hoezó? Hij is stijf, godverdomme! Harstikke dood! Standaard procedure werd ons gezegd. En zo geschiedde. Paulina en ik legden hem op de grond. Hij lag in foetus houding. Ik moest zijn kaken pakken om adem er in te blazen. Maar dat ging natuurlijk helemaal niet. Die kaken zaten zo op slot als wat. Rigor mortis was al lang en breed ingetreden.

Er liep bloed uit z’n neus. En drupte op de grond. Het eerste wat door me heen schoot: NEE! Niet op het tapijt! Dat wordt zo’n zooitje! Té bizar hoe je brein dan werkt…

Ik kwam voor de 3e keer in de rouw. Op het moment zelf kon ik dat nog niet zeggen, dat ik in de rouw ging. Want dat gebeurt niet ter plekke, direct na een overlijden. Er moest van alles geregeld worden, dus echte rouw wordt uitgesteld, daar is geen tijd voor.

Na zijn crematie, 26 maart, kwam het besef: dit was het dan. En dan nu nog de dingen regelen die je als nabestaande moet regelen na het overlijden.

Rouw: ehhhh…. Hoe werkt dat? Er is geen handboek voor rouw. Waar ik me door het overlijden van Iris en Damian terdege bewust van was geworden, was dat ik in mijn gevoel “moest” gaan zitten. En dat gebeurde. Vaak automatisch en gaandeweg ook bewust in het verdriet stappen. Dan overviel het me niet, maar ging ik bij de kist met Jeroen’s foto’s zitten, kwamen de gedachten en gevoelens en huilde ik. Huilen, huilen, huilen. Trok ik zijn jas aan, waar zijn geur in zat, of zijn tshirt, praatte ik tegen hem, keek ik naar de collage met foto’s, onze trouwfoto, liep ik door zijn oude kamer in ons huis, pakte foto’s, sliep in zijn tshirt. Of keek naar de foto’s van Jeroen in de kist. Die mijn moeder had genomen. Nooit gedacht dat ik er naar zou kijken naderhand, maar ik bekijk ze vooralsnog zo’n eens in de 2 maanden. Die momenten voelen het heftigst. Want dan zie ik hem weer. Paars en dood. Hóe erg kan ik mezelf confronteren? Zo dus. En dat helpt. Ik dompelde me onder in het gevoel van verlies en verdriet.

Ik was bang dat als ik er (weer) niet in zou stappen, in het verdriet, De Klap later toch zou komen. Want daar was ik van overtuigd. Dus nee, ik moest NU “handelen”, dus het verdriet de ruimte geven.

Mijn uitvaartbegeleidster zei me al snel na het overlijden: afval verwerk je, rouw verwerk je niet. En dat is. En “het een plekje geven”? Daarbij denk ik aan een boekenkast. Is er nog ruimte om mijn verdriet ff neer te zetten? Die uitdrukking, “het een plekje geven”, doet het ‘m niet voor mij.

Naief als ik was, dacht ik dat na de eerste paar maanden het verdriet al minder zou worden, want tijd heelt immers alle wonden. Toch…? En dat leek het ook te doen, maar dat was nog steeds meer het gevoel van overleven en nog steeds niet het volledige besef dat Jeroen niet meer terug zou komen. Naarmate de tijd verstreek werd het gevoel juist erger: hij komt écht niet meer terug. Dat heeft blijkbaar lang nodig. Hoe langer hij weg is, hoe erger het besef is dat hij niet meer terug komt.

Donderdag 20 maart jl., toen hij een jaar overleden was, heb ik ’s avonds bij vrienden de dvd van zijn crematie weer bekeken. Voor de 2e keer. Ik vond het fijn om de hele ceremonie weer te zien. De uitvaart was práchtig. Gevoelsmatig stond ik daar weer. Wat ik die dag voelde, kwam weer boven. F** confronterend. Vooral aan het einde dat herkenbare besef: godverdómme, je bent écht dood. Hoe kán het toch? Hoe onwérkelijk is dit?

Ik heb Jeroen samen met een goeie vriendin naar de oven begeleid. Samen gekeken hoe de vlammen de kist vatte en tot as verging. Voor mij was die afsluiting nodig. Een cirkel die rond was. 19 jaar samen met Jeroen, ik die hem dood aantrof en ik die hem naar de oven begeleidde om hem op te zien gaan in rook. Dat is allemaal onderdeel voor mij geweest voor mijn rouw.

Het as heb ik samen met zijn broers 20 maart jl uitgestrooid. Weer een stap verder. Er is nog weinig nu wat over is als het gaat om tastbaarheid. Zijn facebook pagina bestaat nog, die kan ik nog niet deleten. Zijn bankrekeningnummer bestaat nog, het lukt me niet om die af te sluiten. Ik wil zijn naam nog zien als ik de rekeningnummers bekijken. Het voelt als een soort van laatste houvast in de ether. En ook: als straks alles weg is van hem, dan wordt ie vergeten. Zo werkt nu mijn brein nog. Alsof ik zijn facebookpagina en zijn naam op zijn bankrekeningnummer nodig heb om hem niet te vergeten. Naast alles wat in mijn hart zit, draag ik onze trouwringen en onze vriendschapsringen. Mijn rechterhand is bling-bling :-). 4 ringen. De mijnen aan m’n ringvinger, de zijnen aan mijn middelvinger. Hoe tastbaar wil ik het hebben?

Door de dood van Jeroen is er iets wezenlijks veranderd in me. Het is een dagelijks besef van de vergankelijkheid van het leven. Dat je je dromen achterna moet gaan. Je vanuit je hart moet leven. Maar er is ook iets waar ik m’n vinger niet op kan leggen. Elke dag vóel ik dat er iets heftigs gebeurd is in mijn leven. Dat zingt in mijn lichaam. Ondanks dat ik het leven prachtig vind en veel geniet van dingen, blijft er een ondertoon van gemis. Er is een stukje “verdwenen” van mezelf door Jeroen’s overlijden.

Note to the Universe: ik heb rouw nu wel begrepen, hoor. Laat me voorlopig maar ff met rust als het gaat om doodgaan van dierbaren. Ik heb mijn portie voor nu wel ff gehad.

Afbeelding

Van de regen in de….?

Ik heb in de ruim 19 jaar dat ik met Jeroen samen was nogal wat gehad aan “psychische klachten”. Eind 1995 werd ik geconfronteerd met het fenomeen Hyperventilatie. Ik dacht dat ik dood ging. Letterlijk. Ik ben een week thuis geweest.

Ik had af en toe uitbraken van hittegolven in mn lijf. En m’n hart ging op momenten vre-se-lijk tekeer. Sloeg over en ratelde maar door, in up tempo. Nou houd ik van up tempo, maar dan wel in de muziek :-).

In 1998 kwam het volgende verschijnsel: paniekaanval. Op kantoor. Ik werd niet goed. Gelukkig woonde ik tegenoven m’n werk, dus was snel thuis. Het was alsof ik buiten mezelf getreden was en een vage entiteit me had overgenomen. Ik wist niet wat me overkwam. Wát een angst.

Vanaf dat moment kwam ik in een neerwaartse spiraal terecht. Angst voor de angst. Plein- en straatvrees dienden zich aan. Maar Lot zou Lot niet zijn als ze zichzelf niet regelmatig een schop onder d’r kont zou geven, want fulltime binnen zitten: NO WAY. Met alle symptomen van dien, ging ik tóch er op uit.

Een 2e paniekaanval is er nooit gekomen. En toch, door de angst voor de angst, heb ik hier 8 jaar mee rondgelopen. En ja, psycholoog hier, GGZ daar, ademtherapie hier, ontspanningstherapie daar. Maar zonder er al te veel baat bij te hebben. Het advies was: laat die paniekaanval maar komen, ga zitten, pak een kussen en houdt die stevig vast en ga er doorheen. HoeZO er doorheen? Ben je niet goed? Angst, angst, angst.

Ik ging aan de medicatie. An-ti-de-pre-ssi-va. Binnen 4 dagen werkte die rotzooi en wat was ik blij! Maar wat wérd mijn gevoel afgevlakt… Na ruim een jaar de pillen te hebben geslikt was het tijd om te stoppen. En na een paar maanden begin het langzaam terug te komen. Toen ben ik het in voeding gaan zoeken. Geraffineerde suikers laten staan, magnesium slikken, zink, vitamine B en al dat meer. En dat hielp. Inclusief de kilo’s die ik daardoor kwijt raakt ;-). Ik besloot toen nooit meer aan de antidepressiva te gaan.

Jeroen is altijd mijn vangnet geweest. Hij was er altijd. Hij ging relatief weinig stappen en als ie ging, dan was het drama, want ik alleen thuis en dus alle verschijnselen  van de angst voor de angst voor een paniekaanval. En dan bleef ie soms thuis. Of ik belde ‘m de kroeg uit. Alles stond in het teken van het opvangen van mij. En hij klaagde nooit. Als je van iemand zo veel houdt als ik van jou, dan doe je dat. Zonder mokken. Dat is liefde, zei hij.

Hoe fíjn zijn bescherming en opvang ook was, zo “slecht” is het voor me geweest. Ik heb niet m’n eigen boontjes leren doppen. Als hij me niet zo had opgevangen, was ik er veel eerder doorheen gekomen. Maar dat zag ik op dat moment niet. Uiteraard ben je er voor je geliefde, maar er zijn verschillen in hulp geven. Als altijd maar iemand het voor je oplost, leer je niet je eigen kracht kennen. En bepaalt de ander hoe je functioneert. Want alleen functioneer je niet. En dat was het in onze relatie: hij deed álles voor me. Ik was zijn bloemenmeisje. En haar beschermde hij.

Twee weken voor ons trouwen in juli 2006 kreeg ik op kantoor een mental breakdown. Zó veel jaren met nervositeit in je lijf rondlopen gaat een keer wreken. Het eerste wat ik riep: geef me pillen! Ik was er zó klaar mee. En zo geschiedde: weer aan de antipressiva en dit keer een soort waar m’n gevoel wél bleef alleen de pieken wat minder hoog waren  en de dalen minder diep.

Ik heb ze 5 jaar geslikt en op 5 mei 2012 was ik dan afgebouwd en wel. Ik voelde me goed. Langzaam kregen de processen in mijn lijf en geest weer zijn origine terug. En dat had gevolgen. 3 maanden later gebeurde er iets waardoor ik van het bloemenmeisje ineens vrouw werd. En dat op m’n 38e. Het was een transformatie. Met gevolgen voor de relatie tussen Jeroen en mij. Ik wilde op m’n eigen benen staan, had nog nooit op mezelf gewoond. Wie was ik zonder Jeroen? Wat wilde ik in mijn leven? Wilde ik nog met Jeroen verder? Binnen 2 weken na De Kentering, zoals een vriend van mij dat zo mooi zei, ben ik een maand het huis uit gegaan. Ik voelde me verstikt, wilde weg, nadenken en voelen.

Na die maand zijn Jeroen en ik op vakantie gegaan 2 weken en besloten we te gaan LAT-ten. Per november 2012 woonde ik alleen. Ik ging van 18.5 jaar zoekende naar rust (ik was er ook achter gekomen dat ik HSP ben: Hoog Sensitief Persoon) ineens naar het andere uiterste: ik wilde léven! De wereld in trekken. Ik leefde op adrenaline. Daar waar ik voorheen 8-9 uur per nacht sliep, ging ik nu op 6 uur. En voelde ik me energiek.

Jeroen en ik zochten een weg met elkaar, maar die was moeizaam. En dat was door mijn toe doen. Ik wilde ruimte en weinig contact.

Januari 2013 was een maand van helemaal geen contact. Bewust, vanuit Jeroen vandaan geinitieerd. Dan wist ie waar ie aan toe was, hoefde hij niet de teleurstelling te verwerken, alweer, wanneer ik weer eens zei niet samen te willen eten. Of samen uit te willen gaan. Ik koos voor mezelf, liet hem soort van links liggen. Hij had het zó moeilijk met de situatie, het vrat hem op.

Vanaf februari zouden we elkaar weer iig in de weekenden zien. En leuke dingen gaan doen. Verandering van omgeving opzoeken. Voelen wat er nog bij ons, tussen ons leefde. En dat ging met vallen en op staan.

Anderhalve week voor zijn overlijden belde hij me. Hij wilde zijn leven omgooien. Hij zat al een tijd vast met zichzelf en wilde gaan bewegen. Hij had een overtuiging in zichzelf gekregen en wilde acteren. Actie. Zou die verandering bij hem dan tóch nog iets doen voor de doorstart van onze relatie? Maar aan de andere kant: er waren al zoveel dingen gebeurd tussen ons, gevoelens en frustratie hadden zich opgestapeld en mijn gevoel voor hem was duidelijk veranderd. Zou zijn beweging helpen om mijn gevoel weer terug te brengen van vóór De Kentering? Ik had grote twijfel. Maar ook vage hoop.

En toen overleed hij. Volop in zijn energie en overtuiging om wat van zijn leven te maken, zoals hij dat zelf zei. Ik was toen écht alleen. Althans: zonder partner.

Van de regen in de drup? Mijn conclusie was en ís een nee. Alles viel op z’n plek. Van de antidepressiva af, maanden later De Kentering, uit huis, LAT-en, ik, wie altijd op Jeroen leunde en mezelf en mijn eigen kracht niet kende, ging op mezelf  wonen. Alleen zijn, wat ik in de tijd vanaf 1998 niet durfde.  Want wie beschermde mij dan? En vervolgens overleed Jeroen. Voor mij haakte alles in elkaar: alles was gebeurd in een jaar tijd om mij voor te bereiden om op eigen benen te leren staan.

Ik heb nooit vragen als “waarom overkomt mij dit”? gehad. Omdat ik weet dat dingen in het leven gebeuren met een reden. En die reden zie je pas later. Bij Jeroen’s overlijden had ik dus ook geen waarom-vraag. Je zou net zo goed kunnen vragen ‘waarom niet?’. Waarom zou Jeroen niet overlijden en de buurman wel? Zelfde als je op de desbetreffende leeftijd bent dat je kinderen kunt krijgen, je de vraag krijgt: waarom heb je geen kinderen? Ehhhh…. Waarom heb jij wél kinderen?

Omdat ik niet geloof in toeval, weet ik dat Jeroen’s taak op aarde klaar was. Anders was hij er nog wel geweest. 1 van zijn ‘taken’ is geweest om met mij samen te zijn. Samen te groeien, lachen, huilen, ruzie te maken, gekke dingen te doen, liefde te delen, muziek te maken. En zijn laatste taak voor mij was om mij zelfstandig te maken. Mezelf te laten leren kennen. En daar ben ik hem ongelooflijk dankbaar voor. Want wat hééft hij van mij gehouden en wat hééft hij mij ruimte gegeven op het moment dat ik weg ging. Met alle pijn en verdriet die hij ervaarde.

Dat ik geen waarom-vragen heb, maakt het aanvaarden van dat was is makkelijker. Betekent uiteraard niet dat ik fluitend door het leven fiets en mijn verdriet en op momenten mijn eenzaamheid er niet zijn. Maar het geeft een stuk meer lucht om te beseffen dat toeval niet bestaat.

Hoe heftig en verdrietig het hele proces ook geweest is, inclusief zijn overlijden: het heeft een reden. En een stukje van die reden is voor mij zichtbaar. Want ik ben op eigen benen komen te staan en heb mijn eigen kracht ontdekt. Ik ben gaandeweg van half mens naar heel mens gegroeid. Een weg die nog lang niet gelopen is. Het Leven.

Regendruppel