28 augustus 2000. Ik was toen 26 jaar. Ik had vakantie, was thuis en de telefoon ging. Ik kreeg het nieuws dat mijn zus Iris was overleden. 44 jaar was ze. Ze was voorzover wij toen wisten niet ziek. Ze had enige tijd last van af en toe blackouts. Maar was nog niet naar de huisarts hiervoor geweest. Ze woonde met mijn zwager op een woonboot. Op deze dag had ze weer een black out. En was in het water gevallen. Verdronken. Autopsie wees uit dat ze een hersentumor had.
Ik heb gehuild. Het was onwerkelijk. Maar mijn reactie toen was dat gaandeweg ook. Ik ben niet met mijn zus opgegroeid. Zij was het huis uit toen ik geboren werd. We hebben nooit echt een zussenband opgebouwd, een glimp daarvan kwam pas een paar jaar voor haar overlijden. Ik werd ouder en kreeg behoefte om haar te leren kennen. We woonden niet bij elkaar in de buurt, dus we schreven brieven. Wilden een keer samen gaan shoppen. Dat is er nooit van gekomen. De brieven heb ik nog.
Ik redeneerde mijn gevoel van verlies weg. “Ik was toch niet met haar op gegroeid. We hadden relatief weinig contact”. Ik had geen foto’s van haar, dus die stonden ook niet ergens in huis. Ik kwam niet tot mijn gevoel van verlies. Want “we hadden toch niet echt veel contact”. Anderhalf jaar later toen ik bij een psycho-therapeut was, kwam het verlies er uit. En hoe ik daar mee was omgegaan. De Klap. Alsnog de rouw in. Voor zover ik een idee had wat dat zou “moeten” zijn.
28 december 2009. Ik was toen 35. De telefoon ging. Ik kreeg het nieuws dat mijn broer Damian was overleden. 48 jaar was hij. Hij was al een tijd ziek. Darm- en leverkanker. Met Damian had ik wel een echte broer-zus band. Hij was dol op zijn “kleine zusje”. Ook hij was het huis al uit toen ik geboren werd. Hij en ik zagen elkaar wel. En belden elkaar wel.
Door mijn ervaring met het verlies van Iris wist ik: nu wil ik hier anders mee om gaan. Ik besloot ook voor het eerst van mijn leven te kijken maar de dode, dat had ik voorheen niet gedurft. Ik had binnen de familie al eerder mijn 2 oma’s verloren en een tante.
Hij lag er mooi bij. Maar wat vónd ik het vreemd om een dood iemand te zien. Aanraken durfte ik niet.
Ik heb foto’s van hem in huis neergezet en opgehangen. En ging echt in mijn verdriet zitten. Keek veel naar de foto’s, praatte tegen hem, stak kaarsjes aan. Ik ging direct de rouw in. En het voelde goed. Ik snapte nu het gevoel van verdriet dat samen ging met het verlies.
20 maart 2013. Ik was toen 38. En vond Jeroen, dood op bed. 47 jaar was hij. Jeroen was zover ik wist niet ziek. Hij had binnen 2 weken 2x een flinke griep te pakken, dus op moment van overlijden was hij ziek. Autopsie wees uit dat zijn hart bijna 3 keer zo groot was. Zijn laatste griep werd hem fataal. Door het overgeven een te grote druk op zijn hart en door de koorts moest zijn hart ook harder pompen. Het virus was op zijn hartspier gaan zitten. Zijn hart heeft het niet kunnen verwerken en in zijn slaap is hij vertrokken naar genezijde.
Toen ik Jeroen vond, was het donker. Ik was naar zijn bed gelopen, zijn naam roepen had hem niet wakker gemaakt, en begon hem heen en weer te schudden. Ik voelde onder mijn handen stijfheid. Hij bleek later al meer dan 12 uur dood te zijn. Ik deed het licht naast hem aan en zag hem: z’n armen, vuisten en gezicht waren donkerpaars. Neeeeeeee…… Dit KON niet. Toch blijven schudden. Wakker worden! Natuurlijk registreerde mijn brein dat hij dood moest zijn, maar dat KON niet. Mijn Jeroen kón niet dood zijn.
Ik gilde, rende naar de overloop en gilde om Paulina, die beneden was. Jeroen is dood! Jeroen is dood! Beiden hebben we 112 gebeld. En toen begon het circus. We moesten hem uit bed tillen om alsnog reanimatie toe te passen. Hoezó? Hij is stijf, godverdomme! Harstikke dood! Standaard procedure werd ons gezegd. En zo geschiedde. Paulina en ik legden hem op de grond. Hij lag in foetus houding. Ik moest zijn kaken pakken om adem er in te blazen. Maar dat ging natuurlijk helemaal niet. Die kaken zaten zo op slot als wat. Rigor mortis was al lang en breed ingetreden.
Er liep bloed uit z’n neus. En drupte op de grond. Het eerste wat door me heen schoot: NEE! Niet op het tapijt! Dat wordt zo’n zooitje! Té bizar hoe je brein dan werkt…
Ik kwam voor de 3e keer in de rouw. Op het moment zelf kon ik dat nog niet zeggen, dat ik in de rouw ging. Want dat gebeurt niet ter plekke, direct na een overlijden. Er moest van alles geregeld worden, dus echte rouw wordt uitgesteld, daar is geen tijd voor.
Na zijn crematie, 26 maart, kwam het besef: dit was het dan. En dan nu nog de dingen regelen die je als nabestaande moet regelen na het overlijden.
Rouw: ehhhh…. Hoe werkt dat? Er is geen handboek voor rouw. Waar ik me door het overlijden van Iris en Damian terdege bewust van was geworden, was dat ik in mijn gevoel “moest” gaan zitten. En dat gebeurde. Vaak automatisch en gaandeweg ook bewust in het verdriet stappen. Dan overviel het me niet, maar ging ik bij de kist met Jeroen’s foto’s zitten, kwamen de gedachten en gevoelens en huilde ik. Huilen, huilen, huilen. Trok ik zijn jas aan, waar zijn geur in zat, of zijn tshirt, praatte ik tegen hem, keek ik naar de collage met foto’s, onze trouwfoto, liep ik door zijn oude kamer in ons huis, pakte foto’s, sliep in zijn tshirt. Of keek naar de foto’s van Jeroen in de kist. Die mijn moeder had genomen. Nooit gedacht dat ik er naar zou kijken naderhand, maar ik bekijk ze vooralsnog zo’n eens in de 2 maanden. Die momenten voelen het heftigst. Want dan zie ik hem weer. Paars en dood. Hóe erg kan ik mezelf confronteren? Zo dus. En dat helpt. Ik dompelde me onder in het gevoel van verlies en verdriet.
Ik was bang dat als ik er (weer) niet in zou stappen, in het verdriet, De Klap later toch zou komen. Want daar was ik van overtuigd. Dus nee, ik moest NU “handelen”, dus het verdriet de ruimte geven.
Mijn uitvaartbegeleidster zei me al snel na het overlijden: afval verwerk je, rouw verwerk je niet. En dat is. En “het een plekje geven”? Daarbij denk ik aan een boekenkast. Is er nog ruimte om mijn verdriet ff neer te zetten? Die uitdrukking, “het een plekje geven”, doet het ‘m niet voor mij.
Naief als ik was, dacht ik dat na de eerste paar maanden het verdriet al minder zou worden, want tijd heelt immers alle wonden. Toch…? En dat leek het ook te doen, maar dat was nog steeds meer het gevoel van overleven en nog steeds niet het volledige besef dat Jeroen niet meer terug zou komen. Naarmate de tijd verstreek werd het gevoel juist erger: hij komt écht niet meer terug. Dat heeft blijkbaar lang nodig. Hoe langer hij weg is, hoe erger het besef is dat hij niet meer terug komt.
Donderdag 20 maart jl., toen hij een jaar overleden was, heb ik ’s avonds bij vrienden de dvd van zijn crematie weer bekeken. Voor de 2e keer. Ik vond het fijn om de hele ceremonie weer te zien. De uitvaart was práchtig. Gevoelsmatig stond ik daar weer. Wat ik die dag voelde, kwam weer boven. F** confronterend. Vooral aan het einde dat herkenbare besef: godverdómme, je bent écht dood. Hoe kán het toch? Hoe onwérkelijk is dit?
Ik heb Jeroen samen met een goeie vriendin naar de oven begeleid. Samen gekeken hoe de vlammen de kist vatte en tot as verging. Voor mij was die afsluiting nodig. Een cirkel die rond was. 19 jaar samen met Jeroen, ik die hem dood aantrof en ik die hem naar de oven begeleidde om hem op te zien gaan in rook. Dat is allemaal onderdeel voor mij geweest voor mijn rouw.
Het as heb ik samen met zijn broers 20 maart jl uitgestrooid. Weer een stap verder. Er is nog weinig nu wat over is als het gaat om tastbaarheid. Zijn facebook pagina bestaat nog, die kan ik nog niet deleten. Zijn bankrekeningnummer bestaat nog, het lukt me niet om die af te sluiten. Ik wil zijn naam nog zien als ik de rekeningnummers bekijken. Het voelt als een soort van laatste houvast in de ether. En ook: als straks alles weg is van hem, dan wordt ie vergeten. Zo werkt nu mijn brein nog. Alsof ik zijn facebookpagina en zijn naam op zijn bankrekeningnummer nodig heb om hem niet te vergeten. Naast alles wat in mijn hart zit, draag ik onze trouwringen en onze vriendschapsringen. Mijn rechterhand is bling-bling :-). 4 ringen. De mijnen aan m’n ringvinger, de zijnen aan mijn middelvinger. Hoe tastbaar wil ik het hebben?
Door de dood van Jeroen is er iets wezenlijks veranderd in me. Het is een dagelijks besef van de vergankelijkheid van het leven. Dat je je dromen achterna moet gaan. Je vanuit je hart moet leven. Maar er is ook iets waar ik m’n vinger niet op kan leggen. Elke dag vóel ik dat er iets heftigs gebeurd is in mijn leven. Dat zingt in mijn lichaam. Ondanks dat ik het leven prachtig vind en veel geniet van dingen, blijft er een ondertoon van gemis. Er is een stukje “verdwenen” van mezelf door Jeroen’s overlijden.
Note to the Universe: ik heb rouw nu wel begrepen, hoor. Laat me voorlopig maar ff met rust als het gaat om doodgaan van dierbaren. Ik heb mijn portie voor nu wel ff gehad.
Weer een mooi verhaal Lot. Ook dit is weer een nieuwe stap in het rouwproces. Blijf schrijven, blijf bij je gevoel, dat brengt je dichter bij jezelf en weer een stukje verder in het ‘be-leven’ van het leven. Een warme hug van Ron xx
Ja, rouwen hoe doe je dat? Ik weet het ook niet. Schrijven en jezelf blijven, ik denk dat dat het voornaamste is! Voor mij in elk geval, maar ik heb inmiddels ook wel gezien dat het voor iedereen anders werkt!
Niemand weet het. Je komt er in en je doet “gewoon” wat je moet doen. Met alles wat er bij komt kijken. Voor iedereen anders. Alhoewel we wel allemaal de rode draad kennen. Dank voor je reactie!
Hi Lot, mooi en integer en diep beschreven, maar een ding klopt niet helemaal.
Iris had geen black out, uit de autopsie bleek dat zij een epileptische insult had gehad als gevolg van die onontdekte hersentumor, als ze daar uit was bijgekomen was er enorme en onherstelbare schade geweest.
Samen dachten wij dat die black-outs met stress te maken hadden, omdat ik onverwacht met een zware longembolie in het ziekenhuis terecht kwam.
Ze was mooi, ze was trots,uniek in 1000 en1 dingen, en ik ben ondanks het gemis altijd nog blij dat ze dat niet heeft mee hoeven maken.
We zullen nog meer verliezen in dit leven, maar ik ben met je eens dat het tempo wel omlaag mag, gelukkig winnen we ook elke dag op allerlei manieren, dat verzacht het gemis!!
Liefs van je zwager!!xxx
hi, Liselot,
mooi geschreven van diep uit je hart,
jij zult ook weer gelukkig worden,net als ik,
na 4 jaar rouwen,heb ik mijn geluk
en nieuwe liefde weer gevonden,maar je broer Dami , heeft voor altijd een mooi plekje in mijn hart !!
vertrouw op het leven en de lieve mensen om je heen,
liefs, Marcella
Lieverd wat heb je je gevoelens toch weer ontzettend goed verwoord. De manier waarop je omgaat met je levenservaringen vormen jou en maken je tot die prachtige warme vrouw! De vrouw die straks op haar 80 ste een hele wijze mooie persoonlijkheid zal zijn!
xxx San
Wat kún jij je gevoel goed weergeven! En je ‘note to the Universe’ wordt nu hopelijk eens gehoord! Verder helemaal eens met bovenstaande Sandra.