Kinderen Ja/Nee* – doorstrepen wat niet van toepassing is

Kinderen. Vanaf dat ik kon denken wilde ik kinderen. Het liefst 4. Jongens of meisjes maakte me niet uit. Het liefst gezond ter wereld. Maar zo niet, dan was het ook welkom. Want ik was in overtuiging dat als het zo moest zijn dat een kindje niet gezond was, mij had uitgekozen als moeder om mij iets te leren. Dat mijn ziel dat nodig had voor haar groei. Die overtuiging heb ik nog steeds.

Ik heb vaak gedroomd over het krijgen van een kind. Zwanger zijn lijkt me iets bijzonders. Het hele fenomeen is bijzonder: een mensje wat in je groeit. Dat de natuur dat toch zoo heeft bedacht, dat dat kan. Hoeveel krachten werken samen om DAT te bewerkstelligen? Hoe bijzonder, hoe bijzonder…

Ik wilde al jong settelen. In ieder geval een huisje en een boompje. Dat beestje kon later wel. De vriendin van mijn vader zei toen tegen me: geniet lekker van je vrijheid nu nog, onderzoek, hop een beetje, leg je niet te jong vast, dat kan altijd nog. Terwijl mijn vader het wel zag zitten, mijn vroege settelen. Gevalletje “verstandig”?

Na wat hier en daar gehopt te hebben, ontmoette ik Jeroen op mn 19e. Op een vrijgezellen weekend. Dat wil zeggen: vrienden die vrijgezel waren en het weekend samen doorbrachten met bordspellen spelen, drinken, grappen maken, stappen en veel slap ouwehoeren. Jeroen was al 2x mee gevraagd, maar nerd als hij was, bleef ie liever achter z’n pc spelletjes spelen ;-). Tot de 3e keer dat ie meegevraagd werd. Toen moest ie er toch echt aan geloven. Ik weet nog dat ie binnen kwam, we waren bij iemand in Utrecht, zich voorstelde en ik alleen maar een magere lat zag met hele lelijke schoenen. En een te lang hoofd. Nee, niet mijn type. Uiterlijk…. Het blijft toch echt niet genoeg zeggen.

s Avonds toen we Mr Bean keken, zat ik voor hem op de grond, tussen z’n benen en raakten we aan de praat. En was het raak. Onze ontmoetingsdag: 22 januari 1994. Wat ook in onze vriendschapsringen is komen te staan. Die ik na zijn overlijden weer ben gaan dragen.

Ik ging settelen op m’n 20e, 5 maanden na onze ontmoeting. Ik verhuisde van Laren naar Leiden, waar Jeroen woonde. Huisje en boompje. Maar dat beestje dan? De hyperventilatie en paniekaanval kwam om de hoek kijken. De angst voor de angst achtervolgende me jaren. Er was geen ruimte voor een beestje. Ik kon dat niet aan. Jeroen wilde graag kinderen. Maar wel voor z’n 40e. Hij was 8 jaar ouder dan ik. Door de jaren heen zei hij tegen me: ik wil graag kinderen met jou, maar niet zoals je nu bent, te labiel. Dat ging gewoon niet samen. Ik moest eerst mezelf op orde hebben alvorens er een beestje kon komen.

Gaandeweg begon ik te voelen dat ik geen kinderen wilde met Jeroen. Ik weet dat ie een geweldige vader zou zijn geweest. Alleen de twijfel met de dingen die er bij hem speelden om de verantwoordelijkheid te nemen, in het algemeen, weerhielden me om de stap te zetten. Daarnaast vond ik dat er al zoveel kinderen in de wereld waren die geen ouders meer hadden en dan zouden we dan een kind (of meerderen) gaan produceren. En in wat voor wereld zet je zo’n kind neer? Zo geweldig is het niet op aarde met de oorlogen, de criminaliteit en andere ellende. Wil ik mijn toekomstige kind dat aan doen? Eind 2010 de definitieve beslissing: geen beestje.

Door de jaren heen heb ik me regelmatig geirriteerd aan kinderen. Hoe lief ze ook konden zijn, ik was BLIJ dat ze altijd van een ander waren en niet van mij. Al dat gezeik. Dat overheerste vooral: gezeik. En ik kan me moeilijk verhouden tot kinderen. Wat zeg ik tegen ze? Waar moet ik het over hebben? Ik voel me daarin een nub. En toch voel ik dat ik een hele leuke en goeie moeder zou zijn. Ik heb een kind veel (mee) te geven.

Mijn gevoel vanaf jongs af aan kinderen te willen was er niet meer. Mijn eierstokken rammelden niet, ik kon ook niet blij worden van het vooruitzicht van kinderen. Dat lag niet alleen aan hoe ik naar Jeroen keek t.a.v. het krijgen van kinderen (als het ons gegund zou zijn, laat dat voorop staan), maar ook aan mezelf. Ik had het idee erg veel ruimte nodig te hebben voor mezelf om te kunnen functioneren. Een kind er bij benauwde me. Weg ruimte. Weg vrijheid. Maar ik zag OOK alle cliches die ik er voor terug zou krijgen. Ik geloof alle mooie cliches die er zijn wanneer je zelf een kind mag krijgen.

En toen gebeurde het voor mij ondenkbare: eind januari 2013 stond ik voor de spiegel in de badkamer en voelde dat ik met de man die naast Jeroen op dat moment in mijn leven was, wel kinderen zou willen. Zo.. Die kwam wel binnen. Mijn eierstokken werden wakker.

Vanaf dat moment begon ik anders naar kinderen te kijken. Ik stond ineens op mijn balkon, kijkend naar de spelende kinderen in het park en bedacht me: wat prachtig om  een klein wezen in deze wereld door het leven heen te begeleiden, te coachen en te “maken” tot een bijzonder mens.

Ik trok in die tijd vaak Godinnenkaarten. En “toevallig” trok ik af en toe een kaart die relateerde aan het begeleiden van kinderen in mijn dagelijkse bestaan. Dat ik gave had en hier iets mee zou moeten doen. Niet veel later in de tijd zat ik bij mijn moeder thuis, ik zat voor de poef waar de rouwkaart van Jeroen op stond en ik keek rechts de vensterbank op en zag een paar mini crocs staan (ik HAAT crocs, maar dat volledig en volstrekt terzijde). En ik miste een paar kindervoetjes er in. Kindervoetjes van mijn kind. Dat was een intens moment. Ik voelde een gemis.

In august 2013 ging ik voor een 2e keer een week in retraite. En kwam er van alles los. Ineens kwam het idee: zou ik alleenstaand moeder willen worden? Ik was net 5 maanden weduwe en DIE vraag diende zich aan. Niet het meest ideale moment. Na terugkomst van de retraite ben ik op internet verhalen gaan zoeken van vrouwen en hun ervaringen met het alleenstaand moederschap. De voors- en tegens. Ik las de “ik kan het prima zelf redden, maar het kost wel veel energie en veel geregel”-verhalen en ook de “wat valt het me zwaar, als ik dit had geweten had ik het niet gedaan”-verhalen. Er zijn altijd voors-en tegens. Het bijzondere was, in tegenstelling hoe ik was voor juli 2012 ten aanzien van het vertrouwen hebben in dingen, was dat ik een groot vertrouwen voelde in dat ik het wel zou redden. Ook al heb ik geen ouders in de buurt die kunnen oppassen. En het grootste deel van mijn vrienden niet in de buurt wonen. Maar dat was voor mij geen reden om het dan maar niet te doen en later spijt te krijgen. Ik zou het wel redden. Met een hoop geregel, mijn wereld die een heel stuk kleiner zou worden op sociaal gebied, maar toch. Daarnaast realiseer ik me regelmatig als ik bij mijn vader of moeder ben, hoe bijzonder het is om een kind te hebben. De liefde tussen ouder en kind. Hoeveel je als ouders krijgt van een kind. En hoeveel je als kind van je ouders krijgt. Hoe leerzaam het hebben van een kind is voor je persoonlijke groei.

En toen kwamen andere dingen om de hoek kijken. Ik was pas 5 maanden weduwe. Volop in de emotie, rouw, verwerking. Ik had genoeg aan al dat, zonder nog zwanger te gaan worden. Met alle emoties die ook daarbij zouden komen kijken. Mijn leeftijd speelde parten: als ik een kind wil, dan moet het zo ongeveer wel nu gebeuren, want ik word in april 2014 40. En dan nog: hoe te regelen als ik zwanger wilde worden? Wilde ik dat via een donor of via een bekende? Dat ik alleenstaand moeder zou zijn en dan het ook nog eens voor elkaar moest zien te krijgen dat ik een man zou treffen (uberhaupt) die een vrouw met een mini-me wel zou zien zitten. Ook had ik tijdens de retraite  besloten om een yoga opleiding te gaan volgen. Ergens na het 1e kwartaal 2014. Dat zou dan ook niet meer gaan gebeuren.

Ik besloot na een paar weken om geen BOM te worden. Bewust Ongehuwd Moeder. En ging verder.

Ik sluit kinderen nog steeds niet uit. Ik hoef “ze” niet perse, maar voel ook geen definitieve nee. Het dilemma bestaat nog steeds: ik word binnenkort 40, heb nog een hoop te doen met mezelf, eigenlijk geen ruimte voor een man in m’n leven, want op het vlak van emotionele onafhankelijkheid heb ik nog een behoorlijke slag te maken en die kan ik het best maken zonder man, maar de tijd schrijdt voort. Mijn eierstokken verouderen met de dag, de risico’s vergroten met de dag en dus….

Het kan dus nog alle kanten op gaan. Wie weet als ik een jaar verder ben, dat de issue niet meer bestaat. Ik voel dat ik echt geen kind meer wil. En een man tref die daar ook zo in staat. Of dat ik het over een jaar nog wel voel, een kind te willen. En dan nog een man treffen die dat ook wil. Gelukkig voel ik niet dat ik kost wat kost een mini-me wil krijgen. Maar ik wil de optie open houden. Zolang ik geen definitieve nee voel.

kind vuistje

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s